donderdag 3 september 2009
Terug thuis
Het is een heel sportieve vakantie geworden. In twee dagen ben ik van De Pinte naar Herve gereden. Ik heb me enkele keren serieus van weg vergist, onder andere in het landelijke Gooik, maar ben er toch telkens goed geraakt. Vanuit Herve heb ik een toer gemaakt langs Pepinster, Theux, Spa, het stuwmeer van de Gileppe en Verviers.
De volgende dag heb ik de dorpjes van het Land van Herve doorkruist tot aan Aubel, vandaar de Voerstreek binnen en de Hollandse grens over. Klimmen en dalen de hele dag. De dorpjes in deze streek liggen immers alle op een heuveltop. Ik dacht dat ik daarvan af was eens Nederland binnen. Niets was minder waar. Zuid-Limburg is heel heuvelachtig maar ook ongelooflijk mooi. Een openbaring! Veel betere wegen dan in België en betere toeristische infrastructuur.
Ik heb de heuvelroute gereden langs de grens tot in Vaals. Op de foto zie je mijn stalen ros bij het binnenrijden van Vaals. Daar heb ik het Drielandenpunt bezocht, het nec plus ultra van de toerist, en heb overnacht in het Duitse Aken.
De volgende morgen ben ik langs de grote baan naar Maastricht gefietst. Een heel leuke stad. Een centrum vol winkeltjes en restaurants. Dan langs de Maas naar beneden tot Eijsden. Weer een stuk heuvelroute en de grens over in De Planck (Voeren)
Vanaf woensdagavond heb ik me aangesloten bij de Vredesfietseling, die in drie dagen van Voeren naar Diksmuide fietste. Na vijf dagen op mijn eentje fietsen kon ik wel wat gezelschap gebruiken. Eerste overnachting in De Koestal in Moelingen (Voeren). Het was ook echt een koestal! Een uur voor ik daar arriveerde bedacht ik plots dat daar waarschijnlijk geen lakens en dekens zouden zijn. En ik had geen slaapzak mee, maar gelukkig had iemand er een op overschot. Qua comfort was het daar nogal primitief. Ik voelde me terug als in mijn kinderjaren bij de jong-verkenners.
De volgende dag had ik het vrij moeilijk om in groep te fietsen. Ik had me de voorbije vijf dagen immers al grotendeels leeggereden op die hellingen in de streek van het drielandenpunt en op de heenreis. Maar naar het einde van die dag begon ik er door te komen. Op de Pellenberg heb ik zelfs nog een kleine demonstratie gegeven.
De Vredesfietseling is meer en meer een N-VA-bedoening geworden, nu er van Spirit en nakomers niet veel meer overschiet. Toch heb ik heel erg genoten van de gezamenlijke fietstocht, de drinkgelagen 's avonds in de jeugdherbergen en de kameraadschap die eruit groeit. Ik heb meegefietst tot zaterdag tegen de middag in Nevele. Vanaf Laarne fietste er zelf een collega-blogger uit Gent mee.
Voor herhaling vatbaar. In Zuid-Limburg ga ik zeker nog wel eens fietsen. Ook de Vredesfietseling mag nog wel eens op mijn aanwezigheid rekenen.
Ik heb op iets meer dan zeven dagen 730 kilometer afgefietst.
Ondertussen ben ik weer aan het werk. Ik heb het al enkele dagen behoorlijk moeilijk, want heb niet meer de tijd gehad om nog wat uit te rusten na mijn fietsreis.
vrijdag 14 augustus 2009
Gulden Eiroute
Ik plan een fietsvakantie de laatste week van augustus. Bestemming het drielandenpunt Nederland-België-Duitsland, een uiterst geschikte streek om te fietsen.
Ik ben alvast wat aan het oefenen, want behalve naar Gent fietsen en terug heb ik niet veel meer gefietst. Ik heb enkele fietsroutes gereden in mijn eigen streek: eergisteren de Valleiroute in de landelijke buurgemeente Gavere. Nieuwigheid: ik fiets nu steevast met de iPod op!
Vandaag heb ik 80 km gefietst: van De Pinte naar Kruishoutem, daar de Gulden Eiroute en dan terug. Die Gulden Eiroute is een echte aanrader: prachtige, heel landelijke streek. Een kleine dorpskerk in Kruishoutem en voor de rest zit je op de boerenbuiten.
Het is een vrij lange fietsroute (46 km). Het terrein is behoorlijjk glooiend. Een uitdaging voor de niet-geoefende fietser.
Je komt door enkele idyllische dorpjes: Huise, Mullem, Wannegem, Lede, Nokere, Lozer. In sommige van die dorpjes (Mullem, Lozer,...) lijkt de tijd echt stilgestaan te hebben. Je passeert ook langs het bekende restaurant Hof van Cleve en rijdt jammer genoeg ook een stukje langs de E17.
Opeens kwam ik een verkeersbord tegen dat ik nog nooit gezien had, of toch niet in Vlaanderen:
Tot slot nog enkele foto's, de eerste een reeks wegwijzers boven aan helling Den Ast in Mullem (een helling die de Ronde van Vlaanderen soms aandoet trouwens), de tweede het kasteelpark van Lozer.
woensdag 29 oktober 2008
Nog meer hellingen
Nog maar eens richting Oudenaarde. Ik besloot er de Adriaan Brouwer fietsroute te rijden.
Ook een vrij sportieve route die verschillende bekende hellingen aandoet, vooral in de gemeente Maarkedal. Ik deed nog een aantal andere hellingen aan in de buurt van de route. Achtereenvolgens beklom ik de Wolvenberg, de Braambrugstraat, de Kattenberg, de Volkegemberg, de Kapelleberg, de Boigneberg, Ten Berge, de Onderbossenaarstraat, de Taaienberg en de Ladeuze.
Stuk voor stuk behoorlijk steile hellingen, maar doenbaar. Ik kwam nergens in moeilijkheden en moest ditkeer niet eenmaal van de fiets. Zelfs net op de Taaienberg, want ik kwam deze keer van een andere kant uit een afdaling. Vooral de Ladeuze is ook erg steil. Ik moest er op de tanden bijten. Prachtige uitzichten ook in Maarke-Kerkem, Schorisse en Etikhove, deelgemeenten van Maarkedal! Erg heuvelachtige gemeente!
Het zal ver mijn laatste dagtocht van het jaar geweest zijn, want het wordt te vroeg donker en te koud. Ondertussen krijg ik toch het gevoel dat mijn fietstochtjes en mijn dieetinspanningen iets opleveren: mijn buikje is fel gekrompen. In het totaal ben ik al zo'n 9 kilo afgevallen op 2 maanden tijd, netjes een kilo per week.
zondag 19 oktober 2008
Gentbos
Deze ochtend vroeg uit de veren om in Bottelare (Merelbeke) mee te doen aan een begeleide natuurwandeling in het Gentbos. Het Gentbos is een klein, maar prachtig bos, dat in de jaren '90 aangekocht werd door de provincie Oost-Vlaanderen. Het is nu een groeipool voor natuurbehoud in de omgeving.
Veel interesse voor de wandeling. Prachtig herfstweertje. De herfst is het ideale seizoen om aan bostoerisme te doen. Het bos staat vol met allerlei soorten paddenstoelen. Dit onderwerp kan me echter maar matig boeien. Ik geniet meer van de sfeer. en van de gesprekken. Populair onderwerp: de financiële crisis. Wie heeft er geld verloren? Wie heeft er een rekening bij Kaupthing? Gelukkig heb ik me net een paar laarzen gekocht, want zoals je ziet was het in het bos nogal modderig.
Hierboven de vijver en het kasteel van Bottelare, eveneens in het bos, echter nog in privé-handen.
In het naar huis fietsen geniet ik van de mooie streek in het zuiden van Merelbeke en in Gavere. Alles zeer landelijk. Zeer mooi ook en in prachtige herfstkleuren.
In de namiddag fiets ik nog naar Horebeke, naar die fruitkwekerij waar je zelf je appels mag plukken tegen 0,60 de kilo. Er is heel wat volk. Een succes! Ik neem 6 kilo appels mee in mijn fietstassen. De kwaliteit van de appels valt best mee.
Morgen dagje vrij. Ik raak verslaafd aan verlengde weekends. Misschien weer naar de Vlaamse Ardennen als het niet regent.
donderdag 16 oktober 2008
Hellingen
Enkele heel pittige kasseistroken toch, in deze blauwe lus. Onder andere in Mater, een echt Ronde van Vlaanderendorp in Oudenaarde. De Kerkgate: drie kilometer echte Vlaamse kassei, lichtjes bergop, naar het dorp van Mater en er voorbij. Alsof er geen einde aan komt. Even verder, richting Volkegem: weer van dattum! In Wannegem, in Lede, in Nokere, de Huisepontweg; in Zottegem ook.
Afgezien van de Wolvenberg vallen de hellingen in de blauwe lus mee: Nokereberg, den Ast in Mullem, Grotenberge in Zottegem. Het valt op dat veel dorpen in deze streek op een hoogte liggen: Wannegem, Lede, Nokere, Mater, Volkegem, de beide Horebekes, ... De steden (Oudenaarde, Ronse) liggen in een dal.
Prachtig herfstweertje, toen ik vorige zondag het westelijk deel van de blauwe lus reed.
Vorige dinsdag was er nog vrij goed weer voorspeld. Ik nam vrij op kantoor en trok van 's morgens richting Oudenaarde om me aan de groene lus te wagen: 114 kilometer. Ik reed ze niet volledig. Ik zou anders niet tijdig thuisgeraakt zijn met de fiets. Maar toch een goede 70 kilometer ervan (naar schatting, want mijn fietscomputertje is stuk): van Oudenaarde tot Deftinge (Lierde) en terug. Enkel de lus naar Geraardsbergen en Ninove reed ik dus niet. De Muur zal dus voor een andere keer zijn. Met de verplaatsing van en naar huis toch een 120 à 130 kilometer dus.
Wel één opeenvolging van hellingen uit de echte Ronde van Vlaanderen, waarvan enkel heel taaie. Het begon al bij het buitenrijden van Oudenaarde-centrum: meteen sturen ze je de Vlaamse Ardennendreef in Leupegem op: de Achterberg. Behoorlijk steil, zo zonder opwarming. Boven wel een prachtig zicht, een pastorale in de Vlaamse Ardennen, bij vrij mooi weer, want de zon was er ondertussen doorgekomen.
Nadien een opeenvolging van hellingen, de ene al moeilijker dan de andere: de Varentberg vond ik lastig, de Foreest ook, de Leberg en de Steenberg minder.
Rond 13 uur verorber ik een spaghetti in taverne 't Hoeksken (of zoiets) in Michelbeke. Het centrum van het dorp (thuisbasis van Herman Decroo) ziet er nogal chique uit. Ferme afdaling hier. Dan de Berendries, een beruchte helling uit de Ronde. Het valt me mee, het stuk dat echt steil is, is niet zo lang. Er is na het steilste gedeelte een vlak plateau waar je wat kan rusten en het einde is niet veel meer dan vals plat. Met de Valkenberg in Brakel heb ik meer last. Niet zo heel steil, maar wel veel langer. Ik moet voor het eerst terugschakelen naar mijn laagste plateau. Het is de moeilijkste helling tot nu toe. De volgende, Tenbosse, is een makkie in vergelijking daarmee.
Wegwerkzaamheden hier. Ik vind met moeite de weg naar Parike en kom even voorbij Deftinge (Lierde) weer op het parcours terug richting Oudenaarde. De voornaamste hellingen heb ik nu gehad. Nog de Hoogstraat in Sint-Martens-Lierde en de Rekelberg in Rozebeke (Zwalm), maar die stellen niet meer zo veel voor qua moeilijkheidsgraad.
Hoewel de vermoeidheid toch begint toe te slaan. De beklimmingen naar St-Kornelius-Horebeke en Sint-Maria-Horebeke, die geen officiële Rondehellingen zijn maar toch behoorlijk lang en steil, doen me pijn , hoewel ik ze al dikwijls gereden heb. Ze liggen namelijk op de Watermolenroute.
Opnieuw de kasseistroken in het heerlijke Mater. Op de Wolvenberg bezwijk ik bijna, want ik ben stilaan echt moe aan het worden. Maar ik pers er nog eens alles uit. Al kreunend en aan mijn stuur rukkend, in een heel lage versnelling, bereik ik toch de top.
Ik ben trots op mezelf: ik heb al die lastige hellingen uit de Ronde overwonnen zonder één keer van de fiets te moeten en zonder rustpauze, behalve 's middags om te eten.
In Ename keer ik om richting De Pinte.
woensdag 1 oktober 2008
Dagje in de Vlaamse Ardennen
Ik trok lukraak in de richting van de Vlaamse Ardennen. In Nederzwalm twijfelde ik of ik een van de Ronde van Vlaanderenroutes zou rijden (de blauwe en minst lastige lus), maar ik besloot door te rijden naar Ronse om nog eens de behoorlijk steile Hermesroute te rijden. Goed voor de lijn en de conditie. En ik klim graag!
Van Nederzwalm reed ik naar Horebeke. In het zuiden van die gemeente zocht ik enkele hellingen uit de Ronde van Vlaanderen op. En vond die eindelijk: de Foreest, behoorlijk lastig, en Berg Ter Stene, minder steil, maar wel lang. Het moet waarschijnlijk in die omgeving zijn dat ik ooit eens met de jeugdbeweging op kamp geweest ben in Horebeke. We hebben toen o.a. uitstapjes gemaakt naar Mater (er is daar een brouwerij die we bezocht hebben, ik geloof Roman) en Schorisse en dat ligt daar allemaal in de buurt. Ik had die hoeve waar we toen enkele dagen verbleven tot nu toe vruchteloos gezocht.
Van Horebeke naar Schorisse. Een godvergeten dorp in de Vlaamse Ardennen. Ik moest omrijden, want het centrum ligt er volledig open door wegenwerken. Van Schorisse bereikte ik Louise Marie, vlakbij het Muziekbos in Ronse. Die route van De Pinte naar Ronse viel best mee. Veel beter dan via Oudenaarde, wat een omweg geweest zou zijn.
Even genoten van het prachtige Muziekbos en foto's genomen:
Dan gegeten in het châlet Boekzitting bovenop de Muziekberg in het Muziekbos (zie de foto). Leuke stulp. Prachtig weertje en weinig volk op een vrijdag middag. Enkele wandelaars en fietsers. Ik verorberde een spaghetti, niet te duur.
Dadelijk ging het steil bergaf, via de Kanarieberg naar beneden. Ik durfde nauwelijks voluit gaan, want er is daar ook autoverkeer. Beneden draaide ik me om en begon de lange klim naar boven van ongeveer 1 kilometer. Met heel steile stukken. Ik ben boven aan het châlet geraakt, maar wel volop in het zweet.
Dan terug naar beneden, naar Ellezelles en Saint-Sauveur. De route maakt een cirkelvormige beweging over de heuvels rond Ronse, dat zelf in een dal ligt. Prachtige vergezichten! Ik nam enkele foto's, maar niet te veel, want dat breekt het fietsritme.
Via de wijk Turenne (Deurne) in de richting van de gemeente Kluisbergen. Het steilste stuk van de route, de Karnemelkbeekstraat, gelukkig niet al te lang. Daarna in de richting van de Hotond (zie de volgende foto), veel minder steil, maar wel het hoogste punt van de provincie Oost-Vlaanderen (150 meter).
Daarna ging het bergaf naar Ronse-centrum, via de Kruisberg naar beneden. In het dal moest ik terug naar boven naar de Muziekberg, waar ik de route begonnen was. De volgende foto toont het hoogteverschil dat ik in de laatste 7 à 8 kilometer nog moest overwinnen. Na 2 kilometer was dat hoogteverschil in feite al grotendeels overbrugd, maar dan volgden wel nog een reeks afdalingen en beklimmingen.
In Boekzitting dronk ik nog gauw iets en vatte dan de terugreis aan langs dezelfde weg.
Geen noemenswaardige problemen. Steile en lange klim naar Horebeke via Ter Stene. in deze gemeente nam ik nog enkele foto's. Eerst Sint-Maria-Horebeke, dan het nabijgelegen Sint-Cornelius-Horebeke.
Dan via de Geuzenhoek naar Nederzwalm, over de Schelde naar Zingem en langs de Schelde naar Eke en ten slotte De Pinte. Ik moet naar schatting zo'n 130 kilometer afgelegd hebben die dag. Mijn fietscomputertje is stuk.
De zondag daarop reed ik nog een groot stuk van de Gulden Eiroute in en om Kruishoutem, ook een leuke route, zij het minder steil. Wel ook behoorlijk golvend, zeker het meest zuidelijke gedeelte. Enkele leuke dorpjes ontdekt, zoals Lozer en het pittoresque Mullem, dat ik al kende. In sommige van die dorpjes is de tijd echt blijven stilstaan. Schitterend herfstweer die zondag, wel mistig. Deze route ga ik zeker nog eens rijden.
Als mijn koopkracht het toelaat zou ik me volgende lente graag een koersfiets kopen. Dat zou beter en sneller gaan, zeker als er te klimmen valt. En je moet zeker niet tot je zestigste wachten om zoiets aan te schaffen.
Ik ben al eens in kijkje gaan nemen in een fietszaak. Wel behoorlijk duur die dingen. Zeker als het om een Eddy Merckx gaat.
maandag 22 september 2008
Westende
En het was een reuze meevaller: prachtig nazomerweertje, veel beter dan voorspeld.
De gelegenheid: ledendag van de Vlaams Progressieven. Een politieke partij kan ook leuk zijn. 't Is soms meer een vriendenkring. Een vriendenkring die bovendien allerlei vrijetijdsactiviteiten organiseert.
De belangstelling viel dit jaar wat tegen. Er was minder volk dan de voorbije edities, ondanks het dagje aan zee in dat mooie weer. Een weerspiegeling van de algemene politieke malaise van het moment (zie o.a. de enquête van De Standaard)? Of waren er te veel andere dingen te doen (de Floraliënstoet in Gent, ...)? Of is de partij zelf aan het slabakken en laten veel militanten de moed zakken? De harde kern, die was er natuurlijk weer wel! Inclusief mezelf: als er wat te sporten (lees: fietsen) valt, ben ik de laatste jaren van de partij!
In de voormiddag heb ik gemountainbiked. Op een soort mountainbikepiste. Veel zwaarder dan verwacht. Korte maar heel steile afdalingen en beklimmingen, die bovendien vol stenen lagen. In het begin durfde ik het nauwelijks aan. Na een paar keer proberen ging het. Vermoeiend, dat wel. Ik had me ook voor de namiddag ingeschreven voor het mountainbiken, maar ik hield het 's middags voor bekeken. Te afmattend, dat parcours.
Tijdens de barbecue werd Els Van Weert gehuldigd. Zij neemt afscheid van de nationale politiek. De verkiesbare plaatsen zijn immers beperkt. Ik vind het een beetje triest. Getuigend van een soort calimeromentaliteit. Natuurlijk moet je ook realist zijn.
Toespraak van Bettina Geysen. Een beetje te lang. Een fout die veel politici maken. De aandacht verslapt na een tijdje, zeker bij dergelijke gelegenheden.
In de namiddag heb ik deelgenomen aan een natuurwandeling in Nieuwpoort. Het natuurreservaat IJzermonding, een slikken- en schorrengebied aan de rechteroever van de IJzer. Vroeger een militair domein, nu herwonnen door en voor de natuur. Zeer de moeite. We werden begeleid door een gids van Natuurpunt. Er waren zelfs enkele zeehondjes te bespeuren die het slikkengebied als tijdelijke verblijfplaats uitgekozen hadden en zich even in de zon koesterden.
Na afloop heb ik nog wat op de dijk en het strand van Westende gewandeld.
In het naar huis rijden: file! Het viel nog mee: het was meer vertraagd verkeer op sommige plaatsen op de E40. En het was nog vroeg. 's Avonds was ik toch knap moe.
dinsdag 16 september 2008
Watermolenroute
Ik heb er dan maar voor geopteerd om nogmaals de Watermolenroute te rijden. Een heuvelachtig parcours in de gemeenten Zwalm en Horebeke. Vanuit De Pinte 75 kilometer heen en terug. Het zwaardere werk dus, ook in het kader van mijn poging om af te vallen (ik ben ondertussen toch al zo'n 3 kilo kwijt).
Ik heb enkele foto's genomen, maar niet veel, want van de fiets stappen om foto's te nemen breekt telkens je ritme.
De fietsroute start in Munkzwalm. Op de foto hierboven zie je een wegwijzer van de route onder het bordje van de Zwalmbeek.
Prachtig fietsweertje, zoals je op de foto kan zien. Veel zon, maar ook niet te warm. De route doet bijna alle 12 dorpjes van de gemeente Zwalm aan (enkel Hundelgem niet), een stukje Zottegem (met o.a. het bekende Ronde van Vlaanderen-café De Moriaan) en Horebeke. Centraal thema van de tocht: de watermolens zoals er hier een aantal staan in de omgeving, meestal op de Zwalmbeek. Ze doen nu allemaal dienst als taverne-restaurant. Op de foto hierna staat de Zwalmmolen, de bekendste watermolen in Munkzwalm.
Het is ook de enige van de molens waar ik al binnengegaan ben.
De andere zijn: de Bostmolen in Roborst, de Yzerkotmolen in St-Maria-Latem, de Moldergemmolen in St-Denijs-Boekel en de Ter Biestmolen in Nederzwalm. Vooral de laatste zag er aantrekkelijk uit. De molen is onlangs gerestaureerd en uitgebreid met een nieuw zonneterras. Ik plan een bezoekje als het ooit eens past. De Moldergemmolen bevindt zich vlakbij de Molenberg, een helling uit de Ronde van Vlaanderen, die ik voor de derde keer beklom.
De Watermolenroute behelst nogal wat klimwerk, maar het is doenbaar. Er zijn toch wel enkele kuitenbijters bij, vooral in Rozebeke, Horebeke en omgeving. Je kan er genieten van het prachtige landschap, zoals hierboven (omgeving Rozebeke). Op de foto's hieronder het kerkje van Rozebeke, getrokken vanop de top van een stevige helling (zie laatste foto).
maandag 25 augustus 2008
Laatste vakantiefoto's
In Avesnes-sur-Helpe, een onooglijk stadje in de buurt van Maubeuge, vlak over de grens, waar ik mijn eerste nacht doorbracht:
Stadszicht met maan en de kathedraal van Verdun:
Middeleeuwse omwalling in Langres. Fijn om daar 's avonds te wandelen.
Enkele favoriete plekjes in Dijon. Een beroemd plein waar elk jaar druivenfeesten plaatshebben en het enige goede café dat ik op mijn reis tegengekomen heb. Ik heb me er een avond in de cocktails gesmeten.
Vakantiekwisje - deel II
4. De vierde foto van mijn vakantiekwisje is de kathedraal van Auxerre. Niet de mooiste, noch de grootste gotische kathedraal in Frankrijk, maar wel in betere staat dan de meeste andere die ik gezien heb, bvb. die van Reims.
Hier nog twee foto's van middeleeuwse straatjes in Auxerre.
5. Ik vond Auxerre toch niet de moeite om er te overnachten. Ik reed in één ruk door naar Reims, waar ik de laatste nacht van mijn vakantie doorbracht. De vijfde foto is een winkel waar champagne verkocht wordt. Reims is de enige echte grote stad die ik op mijn reisje door het noordoosten van Frankrijk aangedaan heb. Grote, brede boulevards, beetje afgekeken van Parijs. Indrukwekkende kathedraal, die echter aan restauratie toe is.
6. De volgende ochtend wou ik naar Soissons rijden, maar ik vond de weg in eerste instantie niet. Dan maar naar Lâon gereden. En dat viel reuze mee: na Langres, de tweede toevalstreffer. Lâon, is net als Langres trouwens, een middeleeuws stadje op een heuveltop, volledig ommuurd. Natuurlijk heeft er zich daarbuiten ook een moderne stad ontwikkeld in het dal.
In de buurt van Lâon, talrijke reminescenties aan de Chemin des Dames, een bloedige veldslag uit 1917. Zal voor een andere keer zijn. Druk verkeer op die departementale wegen in Champagne, Picardië en de Nord. Zelfs veel vrachtverkeer. Wat een verschil met de Franse Ardennen en Lorraine, waar ik kilometers na elkaar soms geen enkele tegenligger ontmoette.
Ik hield nog halt in St-Quentin en Douai en dan zat het erop.
Wijn
Heel mooi vond ik de wijngaarden in het dorpje Chablis, al was het regenachtig weer als ik er langskwam. Het is daar nogal heuvelachtig. Hier heb ik me laten verleiden om ook eens wijn te proeven. Ik heb me een kist Chablis 1er cru gekocht voor de prijs die je in dendelleis voor een gewone fles betaalt. Ik heb er bij mijn terugkeer al eentje soldaat gemaakt en: ik heb me niet vergist bij het proeven. Een uitstekend wijntje!
Voor de rest heb ik in Dijon ook een fles Marc de Bourgogne gekocht als cadeau. Ik had dat drankje onderweg leren kennen, toen ik in Langres (een stadje benoorden Dijon, een revelatie!) twee dames uit Brasschaat tegenkwam op restaurant. Daarnaast heb ik ook heerlijke mosterd meegebracht uit Dijon van het merk Maille, met verschillende smaken.
Op het laatst van mijn reis was ik ook in Reims. Daar heb ik niks meer gekocht, ook geen champagne :-)
zondag 24 augustus 2008
Balen
Ik zal zelf maar de oplossing van mijn kwisje geven. Er komt niet veel respons. Het is weekend. Woensdag moet ik weer naar kantoor, dus veel tijd rest me niet meer om vakantieverslagen te produceren.
1. De eerste foto is het middeleeuws fort van Sedan, net over de grens, niet zo ver van Bouillon. Een reusachtig fort, groter dan het Gravensteen. En ik die dacht dat ons Gents fort uniek was. Het fort van Sedan is langer in gebruik geweest dan het Gravensteen. In de loop der eeuwen is het gemoderniseerd. In feite heeft het nog een rol gespeeld tot in 1870. In Sedan heeft Frankrijk toen de oorlog tegen Duitsland verloren. De episode staat in de geschiedenis bekend als de Ramp van Sedan. Napoleon III tekende in de buurt van het stadje de overgave aan Duitsland en deed er afstand van de Franse troon, wat het begin was van de Derde Republiek.
Het fort is ingericht al museum met tal van historische evocaties en ook een zaal gewijd aan de oorlog van 1870. Voor 9,50 euro kreeg ik een audiofoon mee, waarin een Holander me commentaar gaf bij mijn bezoek. Het stikt in sedan trouwens van de Hollanders. Niet zo ver voor hen. Voor Sedan had ik ook al de stadjes Maubeuge en Charlesville-Mezières bezocht, het eerste in de Hainaut, het tweede in de Franse Ardennen.
2. De tweede foto is het stadje Verdun, dat evenals Sedan aan de Maas ligt, zij het wat meer in het binnenland. Verdun was een reuze meevaller. Mooi stadje, met kaden aan weerszijden van de Maas vol met testaurants en terrasjes. Het stadje is vooral bekend van de bloedige slag die er in 1916 uitgevochten werd. Op de foto zie je in de verte het wat protserige monument van de overwinning. De foto hierna toont het monument meer in detail.
Ik heb in Verdun heel wat musea bezocht gewijd aan de Eerste Wereldoorlog. De meeste bevinden zich ten noorden van de stad op de zogenaamde champs de bataille. Ik heb er twee dagen verbleven en bezocht er het fort van Vaux, l'Ossuaire de Douaumont, het Memoriaal van Verdun, het verdwenen dorp Fleury, la Tranchéé des Baïonnetes. De meeste van die musea en monumenten buiten de stad bevinden zich een een bos, le fôret domanial de Verdun, of zoiets. Men heeft de slagvelden gewoon herbebost zonder zelfs het terrein opnieuw te egaliseren. Je ziet de putten van de ingeslagen obussen zelfs nog (zie foto). De dorpen heeft men niet opnieuw opgebouwd. Er staan gedenktekens dat daar ooit een dorp was. Tja, als je zoveel plaats hebt natuurlijk!. In dat bos volgt het ene monument na het andere. Ik heb lang niet alles gezien, maar na twee dagen trad de verzadiging toch wel op.
In de stad zelf is de ondergrondse citadel zeer aan te raden. Tegen een democratische prijs zet men je per zes in een wagentje, dat computergestuurd een circuit aflegt in die ondergrondse gangen, terwijl op de wand driedimensinele historische evocaties geprojecteerd worden, die de geschiedenis van de citadel en de Slag bij Verdun vertellen. Wel vroeg genoeg komen of je moet uren wachten op een plaats in het wagentje en een trui aandoen, want het is koud in die gangen.
3. Na Verdun volgde ik de Maas tot in Neufchâteau, in de Vogezen al. Knap landschap in het Département de la Meuse! Vandaar reed ik via de Haute Marne naar Dijon, de hoofdstad van Bourgondië, waar ik twee dagen bleef. Prachtig stadje met mooie gebouwen in witte steen. Op de foto een stuk van de kathedraal met het horloge en de zgn. Jacquemart, dat is het mannetje, dat een Bourgondische hertog in de 15de eeuw in Kortrijk (dat toen als de rest van de Nederlanden tot Bourgondië behoorde) gepikt heeft. Dijon is een cultuurstad van ongeveer 156.000 inwoners. De stad ontbreekt toch iets: een rivier bijvoorbeeld. Je kan van daaruit ook de wijnstreek bezoeken. Ik heb er de route des Grand Crus gevolgd tot in Beaune.
Op bovenstaande foto's het standbeeld van Filips de Goede achter het paleis van de hertogen en de natie van Bourgondië en het plein ervoor. Hierna de wijnstreek en Beaune.
De resterende foto's zijn voor een volgende post.