Half augustus 1969. Terwijl we met ons gezin aan zee vertoefden was Stijn Streuvels, op dat ogenblik Vlaanderens grootste romancier, overleden in de gezegende leeftijd van 97 jaar.
Op een ochtend nam mijn vader me mee naar Ingooigem voor de begrafenis. Ik was net tien.
Een massa volk daar. Het dorp werd zowat overrompeld.
Mijn vader troonde me eerst mee naar het Lijsternest, de legendarische woonplaats van de overleden schrijver. In een biografie van Streuvels (Dag Streuvels, ik ken den weg alleen van Hedwig Speliers uit 1994) lees ik dat er 7.000 man aanwezig was op de uitvaartplechtigheid. De schrijver werd met een huifkar van Het Lijsternest naar de dorpskerk vervoerd. Die huifkar was een modetrend, die in 1968 gelanceerd werd bij de uitvaart van Karel-Romaan Berquin, hoofdman van de heemkundige kring Bachten de Kupe. De volgende dag stond de foto van de huifkar op de voorpagina van De Standaard. Ik heb dat vergeelde krantennummer, dat mijn vader altijd bewaard had, onlangs weggegooid. - Wat voor zin heeft het dat alles te bewaren? Mijn vader hield wat te veel papier bij, te veel in elk geval om mee te verhuizen.
Dan naar de kerk. We konden niet binnen. Een massa volk had zich verzameld op het plein voor de kerk. Mijn herinnering wordt hier minder nauwkeurig. Er stonden in die tijd nog geen televisieschermen opgesteld buiten, maar vermoedelijk wel luidsprekers, zodat degenen buiten de kerk de dienst toch een beetje konden volgen.
Toen begon zich een voor mij traumatische jeugdervaring te ontwikkelen.
(vervolgt)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten