Tweede citaat uit het boek dat ik van iemand voor mijn verjaardag gekregen heb en net uit heb.
Het gaat over de val van de Berlijnse Muur in 1989. Het is het slot van deze roman:
Even waren wij wie we moesten zijn, misschien, zo leek het toch - een grijpbare verte, een wak in de tijd, de inlossing van onszelf. Even, heel even, was heel de stad de wereld.
En de wereld een schaal, een schelp, een schoot.
En wij, ja, wij waren gelukkig, die nacht, ingelukkig.
Dat denk ik toch.
Ahum, ik ben mij hier duidelijk met andersmans veren aan het tooien. Maar dat is postmodern! Er is ook nog het citaatrecht. En ik mag toch iets schrijven over een voortreffelijk boek dat ik net gelezen heb? Het heeft zijn auteur trouwens de laatste Gouden Uil opgebracht. Ik zal later een korte bespreking proberen te schrijven. Nu heb ik er geen tijd voor, want het is al te laat.
3 opmerkingen:
Veel Oost-Duiters zullen toen ook wel ingelukkig geweest zijn.
In al de miserie daarna ietsjes minder.
Mij treft het citaat:" Wij waren...., ingelukkig. Dat denk ik toch."
Verscheurend vind ik dat laatste, hartverscheurend. Dat denk ik toch
Hmja, er moest natuurlijk wel iƩts gebeuren, met die muur.
Een reactie posten