Deze ochtend ging ik voor de vierde keer van het jaar naar een begrafenis. Voor het eerst in mijn eigenste De Pinte. Ik kende de overledene, een bijna tachtigjarige gewezen onderwijzer, een beetje, niet zo heel goed; maar zijn jongste zoon is al een aantal jaren een politieke vriend, tevens gemeenteraadslid in De Pinte.
Het kleine kerkje van De Pinte zat afgeladen vol. Samen met een hoop andere mensen moest ik rechtstaan. Het was de eerste kerkdienst die ik er volledig uitzat. Tevoren was ik er alleen nog maar binnengeweest voor communiefeesten en had me er nooit toe kunnen brengen te blijven zitten voor de hele dienst.
Het is een mooi kerkje. Vrij recent en modern. De binnenkant ziet er goed uit; heel netjes; de buitenkant in een of andere neo-stijl vind ik minder. De pastoor heeft een heel warme stem, die ver draagt, zoals het voor een pastoor hoort. Hij ziet er een beetje uit als een Christusfiguur: lange baard en lange haren.
Passende preek ook van de pastoor! Uiteraard wees hij op het rijkgevulde leven van de overledene. Op zo'n ogenblikken ga je aan het mijmeren over het leven en de dood: hoe rijkgevuld is mijn leven? Wat heb ik nog te verwachten?
Eigenlijk kan ik niet zo goed tegen het pathetische van begrafenissen. Bij het begin van de dienst brachten de dragers de kist de kerk binnen, gevolgd door de familie. Ik zag de droevige blik van de weduwe naar de kist en moest zelf de ogen afwenden. Op zo'n emotionele momenten kan ik echt heel overgevoelig worden.
De afgestorvene was een Vlaams-nationalist, zij het ook zeer sociaal bewogen. Dat kwam, naast de aanwezigheid van een aantal coyfeeën van het Vlaams-nationalisme uit het Gentse, tot uiting in de muziek. Vlaams-nationalisten hebben een rijke zangtraditie, die socialisten bijvoorbeeld niet hebben. Daar hebben ze wel de Internationale, maar dat is ook ver alles.
De dienst werd muzikaal opgeluisterd met klassiekers uit het Vlaamse liedrepertoire, die door de kerkgangers samen gezongen werden. En goed meegezongen. En nee, niet Will Tura of Clouseau, maar wel liederen van componisten en tekstdichters die de hedendaagse Vlaamse jeugd niet meer kent, zelfs mensen van mijn generatie niet. Het Hemelhuis van Emiel Hullebroeck op tekst van René De Clercq; Lied van mijn Land van Ignace De Sutter en Anton Van Wilderode; Lieve Vrouw van Vlaanderen van Lodewijk de Vocht en August Cuppens. Dat laatste lied had ik zeker nog al gehoord. Ik vind het best mooi, met een nogal zangerige melodie. Het is alleen in flamingantische milieus nog bekend, vermoed ik.
Geen Vlaamse Leeuw of Gebed voor het Vaderland, dé klassiekers op begrafenissen van fervente Vlaams-nationalisten. Die bekende strijdliederen hebben meer een politieke bijklank. Het cultuurflamingantisme overheerste op deze uitvaartdienst. Geen vlammende speeches ook, zoals op de begrafenis van mijn vader. Het was een ingetogen dienst, waarin vooral de talrijke kleinkinderen van de overledenen vaak aan het woord kwamen. En er gezongen werd! Het kleinkind dat Het Hemelhuis uitzonderlijk alleen ten beste gaf, was duidelijk muzikaal geschoold.
5 opmerkingen:
Beste Zwijger,
Je weet of je weet niet dat ik een fervente volger van je blog ben. Er gaan geen 48u voorbij of ik kijk eens of onze zwijger iets nieuws geschreven heeft, en je zal zeker niet boos zijn op mij als ik stel dat je uw gedachten, ideeën, mijmeringen beter op digitaal papier kan verwoorden dan “face to face”. Ik vind dat niet erg, ik kijk er altijd naar uit om eens een keer samen te babbelen.
Maar vanavond wil ik eens elektronisch met u praten. Het deed me veel plezier u te zien op de begrafenis van ons pa. Het treft mij hoe zeer je de geest/spirit van de begrafenis van ons vader gevat hebt. Opdracht volbracht denk ik dan, we wouden er zeker geen vlammende “vlaamsche” begrafenis van maken, maar toch de wortels van ons pa weergeven en bewaren! Hij hield van de liederen die we gezongen hebben, hij hield van Vlaanderen, hij hield van de mensen, en niet alleen van de door een bloedlijn verbonden inwoners van dit kleine lapje grond, integendeel! Iedereen die zich hier bevindt, verdient alle kansen. Eén van mijn zussen beschreef het zo: “In materiële dingen had je weinig interesse. Je vond dat onze wereldbol voldoende rijkdom bevatte voor de hele mensheid, je geloofde veel meer in geven dan in nemen. Zo was je overtuigd dat Vlaanderen, land van melk en honing, open moest staan voor iedereen.“
Mocht het gros van de Vlaamse beweging in de jaren 50-60-70 er zo over gedacht hebben, dan stonden we vandaag veel verder dan nu! Mocht de geest van Hendrik de Man, Frans Van Cauwelaert, Camille Huysmans, en later, dichter bij mijn politieke familie, mensen als Maurits Coppieters, Hugo Schiltz, Frans Baert en andere Van Grembergens het voor het zeggen gehad hebben, dan was de kloof tussen dat (sociale)Socialisme en de gerechtvaardigde Vlaamse verzuchtingen al lang gedicht geweest. Want als er iets is dat ik van pa geleerd heb, is het dat die Vlaamse strijd geen taalstrijd maar een sociale strijd is en was!
Vandaag verwisselt het politieke landschap sneller dan de seizoenen, vandaag vind ik het jammer dat ik niet in dezelfde politieke familie onderdak vind als jij. Maar onze idealen liggen zo kort bij elkaar dat ik weet dat we elkaar morgen weer tegen komen, in de geest van de overtuiging van uw en mijn pa!
Eigen schuld Gentse Zwijger, maar ik geef deze reactie ook mee op uw blog
Gdp
'Rijkgevuld' staat niet altijd voor een tevreden leven.
Voor liederen uit de socialistische traditie kunt u terecht op de hele planeet, wat niet is voor Vlaamse gezangen.
http://www.socialisme.be/marxisme/strijdliederen.html
In memoriam Roger Depestele
Zijn leuze was: AVV VVK
Zijn ontroerende begrafenis was zoals zijn leven: Vlaams en Christelijk
In Gentbrugge was Roger een gewaardeerd collega-gemeenteraadslid van de Volksunie.
Van de toenmalige driekoppige VU-fractie Roger Depestele (opv. Helène Jacobs), Aimé Verpaele en Jan De Moor ben ik nog de enige overlevende samen met onze mentor ere-senator Oswald van Ooteghem.
Na zijn verhuis naar De Pinte verwaterde stilaan onze vriendschap en de vele contacten. Ik bezocht hem en zijn echtgenote Helène nog tijdens een Jeka-jeugdkamp in het Lechtal in Oostenrijk.
De aanwezigheid op de begrafenis van vele vroegere vrienden uit Gentbrugge bewijst dat wij hem niet vergeten waren.
Dat hij ruste in vrede.
Jan De Moor, Gentbrugge
@zapnimf
Algemeen gesteld:
Klopt, want 't één heeft 't ander niet nodig!
Indien u specifiek verwijst naar de overledene:
Uit de reactie van zijn zoon blijkt dat de man mooie principes had. Als hij niet tevreden was, dan is het vast omdat hij dat vergat tijdens zijn strijd, eerder dan bij gebrek aan reden.
Een reactie posten