Onwaarschijnlijk zacht weer voor de tijd van het jaar gisteren. Ik heb dus nog maar eens een fietsroute gereden in de buurt van Gent. Het was misschien de laatste keer dit jaar, want met dat winteruur wordt het toch te vroeg donker 's avonds.
Ik heb de Nevellandroute gereden, die de 6 dorpen van de gemeente Nevele aandoet. Ik startte de route in het dichtste punt bij Gent, de brug over de spoorweg tussen Drongen-Luchteren en Landegem. Dit laatste is het eerste van de Nevelse dorpen die de fietsroute aandoet. Een bekend aardbeiendorp naar het schijnt, maar in dit seizoen zie je daar niet veel meer van.
Van Landegem gaat het naar Vosselare, dan het hoofddorp Nevele en Poesele. Heel landelijke streek, maar niet echt spectaculair. Voor de streek typische hoevetjes, veel ervan met gekleurde luiken. Veel smalle wegeltjes tussen de prikkeldraad van akkers en weilanden in. Mooi kerkje in Vosselare. In Nevele zelf in de Poekebeek, die pal door het centrum stroomt, wel speciaal. Daarnaast het huis waar de bekende Vlaamse romancier Cyriel Buysse zijn jeugd doorbracht. We zijn hier in de streek van Het Gezin van Pamel en Het Recht van de Sterkste. Ik lig de hele tijd aan de bastaard te denken uit een televisieverfilming die ik ooit gezien heb van een naturalistisch werk van Buysse (Driekoningenavond, denk ik) - niet dat ik niets van hem gelezen heb. Er is sindsdien veel veranderd, want de streek ziet er welvarend uit.
Herdenkingsplaat voor Cyriel Buysse aan het huis waar hij woonde in de Cyriel Buyssestraat in het centrum van Nevele
Even verder op een hoek: een statig herenhuis met neo-classicistische gevel, zoals je er in deze streek (ook in Drongen en Vinderhoute) zoveel vindt. Typische architectuur van de streek.
De dorpen Vosselare, Nevele en Poesele liggen dicht bij elkaar. Voorbij Poesele wordt het landschap weidser. Het is een eind naar Hansbeke, het volgende dorp. Ik kruis voor de tweede keer de E40 langs een bomenrijke brug.
Typische hoeve tussen Aalter en Hansbeke
Toeristische wegwijzers aan de hoeve van vorige foto. De zeshoekige wegwijzer van de Nevellandroute is jammer genoeg niet leesbaar op de foto.
Ik kom aan Hansbeke-dorp, ongetwijfeld het mooiste van de zes Nevelse dorpen. Het is weidser, de landbouwpercelen zijn er blijkbaar groter, er zijn meer bossen en bomen. Het dorp heeft een charme en grandeur die de andere dorpen minder hebben, met zijn talloze dreven en zijn huisjes met blauwgeschilderde luiken (naar het schijnt was lichtblauw de kleur van de kasteelheer van Hansbeke). Ik neem een hele reeks foto's in dit dorp.
Het kerkje van Hansbeke vanuit de verte
Hetzelfde kerkje, nu gezien vanuit een dreef aan de andere kant van het dorp.
Geklasseerde woningen vlak achter de kerk van Hansbeke
Even uit het centrum passeer ik het bekende café De Reisduif, bezongen door de inwoner Johan Verminnen. Een tiental jaren geleden belandde ik hier eens op een avond. De oude moeder van de cafébaas zat toen nog achter haar Leuvense stoof. Er schalt luide (Gentse) muziek van Biezebaaze uit het café. Het terras zit vol en ik durf geen foto nemen.
Typische dreef in Hansbeke.
Tussen Hansbeke en Merendree leidt de route langs het Kanaal van Schipdonk, dat ik ondertussen goed begin te kennen. Aan de kruising met het kanaal Gent-Brugge-Oostende verneem ik nog het een en ander over het Schipdonkkanaal op een infobordje van de provincie. Het werd gegraven in de 19de eeuw om het vuile water van de Leie (van het roten van het vlas) naar zee te loodsen in Heist. Bij de kruising met het kanaal Gent-Brugge-Oostende werd het vuile water van het Schipdonkkanaal onder dat van het kanaal Gent-Brugge-Oostende geloodst via een soort sas, zodat deze steden niet vervuild werden door het water. Het Schipdonkkanaal heeft blijkbaar nooit een andere functie gehad. Het is er erg rustig. Op een dag als deze wordt er enkel aan water-, fiets- en wandeltoerisme gedaan.
Merendree, het laatste dorp van Nevelland, is ook nog mooi. Helaas is het nu donker en ik spoed me via Drongen terug naar Gent. Ik heb er vandaag toch weer 75 km opzitten.
maandag 31 oktober 2005
dinsdag 25 oktober 2005
De Grootste Belg
Gisteren op Canvas naar de uitzending van De Grootste Belg gekeken. Natuurlijk, het is maar een spel en het is moeilijk om de verdiensten van personen tegen elkaar af te wegen. Toch ben ik blij dat 5 van mijn 10 kandidaten de finale gehaald hebben (Eddy Merckx, Jacques Brel, Mercator, Vesalius, Adolf Daens). Dat bewijst dat er rond deze personen toch een vrij grote consensus bestaat. Een aantal anderen voor wie ik gestemd heb, vooral literatoren en schilders, hebben het niet gehaald (Ensor, Memlinck, Van Ostaijen, Guido Gezelle). Bij figuren uit de kunstwereld speelt de persoonlijke smaak natuurlijjk een grote rol.
zondag 23 oktober 2005
Lieveroute
Vrijdagnamiddag een congres bijgewoond in het Gentse Novotel. Nooit eerder binnengeweest. Leuke binnentuin. Nadien vrij saaie academische zitting op het Gentse stadhuis. Een aantal sprekers die ongegeneerd hetzelfde kwamen vertellen, wat nadien dan nog eens samengevat moest worden in het Frans. Het decor was wel bijzonder: de imposante troonzaal op de eerste verdieping van het stadhuis, waar vorsten die Gent een bezoek brachten ontvangen werden. Eerste schepen Sas Van Rouveroij begon zijn toespraak met wat toelichting over de zaal en de reusachtige schilderijen aan de muur, die scènes uit het leven van Keizer Karel V uitbeelden. We konden een blik werpen in de keizerlijke toiletpot van Jozef II. De receptie achteraf in de Pacificatiezaal was OK.
Zondag nog wat gefietst. Ik heb een bewegwijzerde fietsroute niet ver van Gent gereden. Dat doe ik de laatste tijd wel vaker: zo leer je veel meer kennen dan als je zomaar in het wildeweg ergens heen fietst. In Oost-Vlaanderen kan je het traject van de meeste provinciale fietsroutes downloaden op de site van Toerisme Oost-Vlaanderen. De meeste fietsroutes zijn echter perfect te volgen als je de zeshoekige markeerbordjes volgt. Als je er ook wat uitleg bij wil, moet je het kaartje met de wetenswaardigheden erbij kopen. Op seniorennet heb ik een blog gevonden die al die recreatieve fietsroutes bespreekt: de Leuke Fietser.
Gisteren reed ik de Lieveroute. Niet zo ver van Gent: ik ben vertrokken in Vinderhoute en vandaar ging het naar Lovendegem, Zomergem, Oostwinkel, Waarschoot en terug Lovendegem. Het meest zuidelijke deel van het Meetjesland. Naar het schijnt heet dit het Houtland. Vlak parcours, al is het in Zomergem tot mijn verbazing wat heuvelachtig. Het weer viel mee, al wordt het wat frisser voor verre fietstochten.
Vinderhoute en Lovendegem zijn mooie, rustige dorpjes met een aantal grote kastelen, waaronder het Schouwbroekkasteel.
Park van het Schouwbroekkasteel in Vinderhoute (Lovendegem), met naar verluidt de dikste kastanjeboom van België (ik vermoed de linkse)
Na de dorpskom van Lovendegem leidt het traject een eindje langs het kanaal Gent-Brugge. Dan over rustige, landelijke wegen naar Zomergem. Het typische landschap van het Meetjesland: stukjes ('meetjes') land, veelal afgescheiden door rijen knotwilgen. Vooral de schoonheid van Zomergem, een mij weinig bekende gemeente, verraste me. Het is er licht glooiend. Op de grens met Ursel (Knesselare) is er zelfs een mooi bos met deze zondag veel wandelaars en fietsers.
Aan de rand van het Keigatbos in Oostwinkel (Zomergem)
Even voorbij Oostwinkel volgt de route een eindje het Schipdonkkanaal, een afleidingskanaal van de Leie met fietspaden aan beide zijden. Het kanaal werd in de 19de eeuw gegraven tussen Deinze en Heist aan de Kust, omdat de Leie teveel stonk door het roten van het vlas. Ook hier heel wat fietsers. Het kanaal ziet er op deze plek prachtig uit in dit mooi herfstweertje.
Het Schipdonkkanaal in Zomergem
Even verder passeer ik een taverne In 't Oud Liefken. Sympathieke naam, denk ik, al zit er binnen precies redelijk ruig volk. Dan kom ik aan een brugje over een beek. Het infobordje verklaart alles: ik ben hier aan de Lieve gekomen, of in het Zomergems 't oud liefken.
De Lieve is een kanaal dat de Gentenaars in de 13de eeuw naar het Zwin in Damme groeven om een verbinding te krijgen met de zee. Toen het Zwin verzandde raakte het in verval. De teloorgang werd definitief toen in de 17de eeuw het huidige kanaal Gent-Brugge-Oostende gegraven werd. Behalve in het Gentse stadscentrum (tussen Gravensteen en Rabot) is de Lieve bewaard gebleven tussen Belzele (Evergem) en het Schipdonkkanaal in Zomergem. Er is nu een populaire fiets- en wandelroute langs haar idyllische oevers.
De Lieve in Waarschoot. Bijna niet te geloven dat deze 'beek' ooit het verbindingskanaal Gent-Brugge vormde.
De route langs de Lieve ziet er inderdaad zeer lieflijk uit. Van Zomergem leidt de weg over Waarschoot terug naar Lovendegem. Aan de grens met Belzele (Evergem) verlaat de route de Lieve. Over de drukke steenweg naar Gent en het kanaal Brugge-Gent terug naar Vinderhoute. In het centrum van Gent heb ik er in totaal 57 kilometer opzitten, meestendeels door een heel rustig herfstlandschap dat me verraste.
Maandag zat fietsen er niet echt in: guur herftsweer met wind en veel regen. Ik denk dat het seizoen voor verre fietstochten nu wel echt afgelopen is.
Zondag nog wat gefietst. Ik heb een bewegwijzerde fietsroute niet ver van Gent gereden. Dat doe ik de laatste tijd wel vaker: zo leer je veel meer kennen dan als je zomaar in het wildeweg ergens heen fietst. In Oost-Vlaanderen kan je het traject van de meeste provinciale fietsroutes downloaden op de site van Toerisme Oost-Vlaanderen. De meeste fietsroutes zijn echter perfect te volgen als je de zeshoekige markeerbordjes volgt. Als je er ook wat uitleg bij wil, moet je het kaartje met de wetenswaardigheden erbij kopen. Op seniorennet heb ik een blog gevonden die al die recreatieve fietsroutes bespreekt: de Leuke Fietser.
Gisteren reed ik de Lieveroute. Niet zo ver van Gent: ik ben vertrokken in Vinderhoute en vandaar ging het naar Lovendegem, Zomergem, Oostwinkel, Waarschoot en terug Lovendegem. Het meest zuidelijke deel van het Meetjesland. Naar het schijnt heet dit het Houtland. Vlak parcours, al is het in Zomergem tot mijn verbazing wat heuvelachtig. Het weer viel mee, al wordt het wat frisser voor verre fietstochten.
Vinderhoute en Lovendegem zijn mooie, rustige dorpjes met een aantal grote kastelen, waaronder het Schouwbroekkasteel.
Park van het Schouwbroekkasteel in Vinderhoute (Lovendegem), met naar verluidt de dikste kastanjeboom van België (ik vermoed de linkse)
Na de dorpskom van Lovendegem leidt het traject een eindje langs het kanaal Gent-Brugge. Dan over rustige, landelijke wegen naar Zomergem. Het typische landschap van het Meetjesland: stukjes ('meetjes') land, veelal afgescheiden door rijen knotwilgen. Vooral de schoonheid van Zomergem, een mij weinig bekende gemeente, verraste me. Het is er licht glooiend. Op de grens met Ursel (Knesselare) is er zelfs een mooi bos met deze zondag veel wandelaars en fietsers.
Aan de rand van het Keigatbos in Oostwinkel (Zomergem)
Even voorbij Oostwinkel volgt de route een eindje het Schipdonkkanaal, een afleidingskanaal van de Leie met fietspaden aan beide zijden. Het kanaal werd in de 19de eeuw gegraven tussen Deinze en Heist aan de Kust, omdat de Leie teveel stonk door het roten van het vlas. Ook hier heel wat fietsers. Het kanaal ziet er op deze plek prachtig uit in dit mooi herfstweertje.
Het Schipdonkkanaal in Zomergem
Even verder passeer ik een taverne In 't Oud Liefken. Sympathieke naam, denk ik, al zit er binnen precies redelijk ruig volk. Dan kom ik aan een brugje over een beek. Het infobordje verklaart alles: ik ben hier aan de Lieve gekomen, of in het Zomergems 't oud liefken.
De Lieve is een kanaal dat de Gentenaars in de 13de eeuw naar het Zwin in Damme groeven om een verbinding te krijgen met de zee. Toen het Zwin verzandde raakte het in verval. De teloorgang werd definitief toen in de 17de eeuw het huidige kanaal Gent-Brugge-Oostende gegraven werd. Behalve in het Gentse stadscentrum (tussen Gravensteen en Rabot) is de Lieve bewaard gebleven tussen Belzele (Evergem) en het Schipdonkkanaal in Zomergem. Er is nu een populaire fiets- en wandelroute langs haar idyllische oevers.
De Lieve in Waarschoot. Bijna niet te geloven dat deze 'beek' ooit het verbindingskanaal Gent-Brugge vormde.
De route langs de Lieve ziet er inderdaad zeer lieflijk uit. Van Zomergem leidt de weg over Waarschoot terug naar Lovendegem. Aan de grens met Belzele (Evergem) verlaat de route de Lieve. Over de drukke steenweg naar Gent en het kanaal Brugge-Gent terug naar Vinderhoute. In het centrum van Gent heb ik er in totaal 57 kilometer opzitten, meestendeels door een heel rustig herfstlandschap dat me verraste.
Maandag zat fietsen er niet echt in: guur herftsweer met wind en veel regen. Ik denk dat het seizoen voor verre fietstochten nu wel echt afgelopen is.
donderdag 20 oktober 2005
Ondertussen
Weinig nieuws te melden.
Heb tien dagen zonder fiets gezeten, want binnengedaan voor nazicht. Bleek niets aan te mankeren. Men vond het mysterieus mankement (die tik waar ik in de zomer last van had) niet en heeft de fiets alleen volledig gesmeerd. De laatste tijd had ik er ook al geen hinder meer van. Zelfs de remblokjes zijn niet vervangen: het was nog niet nodig. Ze hebben alleen de kabels wat aangespannen. Het zaakje kost me 18,5 euro aan werkuren, maar ik ben nu tenminste gerust dat er niets ernstigs scheelt aan die fiets. Maandag heb ik een dagje vrij en onderneem ik nog eens een tochtje, als het weer meevalt.
Heb mijn dieet stilgelegd. Ben op 5 maanden tijd 20 kilo afgevallen. Mijn Body Mass Index bedraagt nu 25, het gewenste resultaat. Ik kom van over de 30. Het is dus welletjes: je kan niet blijven diëten. De laatste tijd - na de vakantie - ging het trouwens wat moeilijker om nog af te vallen. Alles bij elkaar is het afvallen veel vlotter gegaan dan ik in de lente ooit had durven dromen. Mag wel een aantal nieuwe broeken kopen, want degene die ik heb zijn ondertussen te wijd.
Verder gaat het leven zijn gewone gangetje: herfst, veel werk op kantoor, verhuisplannen en -perikelen.
Morgen een halve dag vakantie 's morgens en een studiedag in Gent in de namiddag. Het weekend is dus al zo goed als ingezet. Maandag zoals gezegd ook een dagje vrij.
Heb tien dagen zonder fiets gezeten, want binnengedaan voor nazicht. Bleek niets aan te mankeren. Men vond het mysterieus mankement (die tik waar ik in de zomer last van had) niet en heeft de fiets alleen volledig gesmeerd. De laatste tijd had ik er ook al geen hinder meer van. Zelfs de remblokjes zijn niet vervangen: het was nog niet nodig. Ze hebben alleen de kabels wat aangespannen. Het zaakje kost me 18,5 euro aan werkuren, maar ik ben nu tenminste gerust dat er niets ernstigs scheelt aan die fiets. Maandag heb ik een dagje vrij en onderneem ik nog eens een tochtje, als het weer meevalt.
Heb mijn dieet stilgelegd. Ben op 5 maanden tijd 20 kilo afgevallen. Mijn Body Mass Index bedraagt nu 25, het gewenste resultaat. Ik kom van over de 30. Het is dus welletjes: je kan niet blijven diëten. De laatste tijd - na de vakantie - ging het trouwens wat moeilijker om nog af te vallen. Alles bij elkaar is het afvallen veel vlotter gegaan dan ik in de lente ooit had durven dromen. Mag wel een aantal nieuwe broeken kopen, want degene die ik heb zijn ondertussen te wijd.
Verder gaat het leven zijn gewone gangetje: herfst, veel werk op kantoor, verhuisplannen en -perikelen.
Morgen een halve dag vakantie 's morgens en een studiedag in Gent in de namiddag. Het weekend is dus al zo goed als ingezet. Maandag zoals gezegd ook een dagje vrij.
maandag 10 oktober 2005
Zwalmroute
Vrijdag: algemene staking. Hoewel ik aangesloten ben bij het ABVV, staak ik niet mee, want ik ben het niet eens met de opzet ervan. Ik vind dat de vakbonden te conservatief zijn in het eindeloopbaandebat. We hebben een seminarie van het werk in Aalst. Ik rij er op de fiets naar toe. In het weerkeren rij ik door Dikkele (Zwalm). Ik zie er wegwijzers van de Zwalmroute (een fietsroute) en besluit die de zondag te rijden.
Zondag: het weer is slechter dan voorspeld. Niet koud, maar bewolkt. Ik heb nog steeds geen vervoer voor mijn fiets, dus moet ik voor de start van de tocht van Gent naar Munkzwalm fietsen, 24 kilometer. De gegevens over de fietsroute heb ik opgezocht op het internet. Ik fotografeer Dikkele, het idyllische dorpje uit de Zwalmstreek dat het eerst in zicht komt vanuit de richting van Gent, vanop de Hundelgemsesteenweg.
De dorpskom van Dikkele vanuit de verte op de Hundelgemsesteenweg
In het centrum van Munkzwalm is het wat zoeken naar de start van de route. Ik vind hem aan de bibliotheek/sporthal. De route is volledig bewegwijzerd: ze valt uiteen in 2 delen: een traject met groene wegwijzers in het noordelijke en centrale deel van Zwalm. Dit is het gemakkelijkste stuk van 25 kilometer. Het traject loopt door een golvend, maar niet al te lastig terrein langs de typische dorpjes met hun kleurrijke huisjes van de Zwalmstreek. Dit deel is geschikt voor familie-uitstapjes. Op zeker moment (kort na de Ter Biestmolen in Nederzwalm) is er een afsplitsing: een tweede traject met blauwe wegwijzers gaat langs het zuiden van de Zwalmstreek en is veel heuvelachtiger en lastiger. Dit deel van nog eens 25 kilometer is eerder bestemd voor wielertoeristen. Kort voor het einde van de tocht, ter hoogte van de Yzerkotmolen in Sint-Maria-Latem, sluiten de twee trajecten weer bij elkaar aan terug naar Munkzwalm.
Van het centrum van Munkzwalm gaat het naar de Zwalmmolen. In het provinciaal infokantoor bij de molenhoeve (die als taverne dienstdoet), dat ook op zondag open is, krijg ik een gratis kaart met wegbeschrijving van de AVS-Zwalmroute, zoals ze eigenlijk heet. De Zwalmmolen is een watermolen aan de beek de Zwalm die in de Schelde uitmondt. De hele Zwalmstreek door zijn er dergelijke watermolens. Nu doen ze allemaal dienst als taverne-restaurant in deze druk door toerististen bezochte streek.
De Zwalmmolenhoeve (nu een taverne, zoals alle watermolens in de streek) met het provinciaal infokantoor in het wachthuisje ernaast.
De Zwalmmolen in Munkzwalm
De Zwalmstreek is gewoon prachtig! Van Munkzwalm leidt de route naar Roborst en daarna Hundelgem door een glooiend, agrarisch landschap met hereboederijen en huisjes met gekleurde luiken. De grote boerderijen (en er zijn er nogal wat) hebben traditionele namen op de voorgevel. De zon komt er zowaar door ook, al blijft er mist hangen tussen de heuvels.
Pastorale in de Zwalmstreek (omgeving van het dorp Roborst)
Veel wandelaars en soms wielertoeristen, doorgaans op racefietsen. Ik ben blijkbaar de enige vandaag die de Zwalmroute rijdt. Het dorp Hundelgem (bekend van de Hundelgemsesteenweg in Gent, die er ook effectief naar toe leidt) stelt niet zo veel voor. Niet al te mooie kerk, kleine dorpskern, drukke steeenweg. Ik steek de steenweg (Aalst-Oudenaarde of Gent) over en kom op het veel interessantere pad naar Dikkele, misschien het mooiste van de 13 dorpen in de Zwalmstreek. We steken even de grens met de buurgemeenten Zottegem en Gavere over en rijden het dorp Dikkele binnen. Twee leuke dorpscafeetjes naast elkaar. Een ervan leerde een (toenmalige) vriendin me enkele jaren geleden kennen. Het dorp is heel schilderachtig. Jammer dat ik het geheel niet kan fotograferen. Kitscherig beeld ter ere van de (verdwenen) brouwers hier, maar het past bij het idyllische geheel en stoort niet. Leuk dorp om te bezoeken, maar weet niet of ik hier zou kunnen leven: het dorpscentrum is net een museum, een soort Bokrijk in het klein.
Straatje in het pittoreske dorp Dikkele
Van Dikkele naar Beerlegem. Ook mooie huizen met gekleurde luiken. Het dorp wordt echter doorsneden door drukke wegen: de weg die van Gent komt, mondt hier uit in de provinciale baan Aalst-Oudenaarde. Weer een kitscherig beeld ter ere van de jager. Kasteel en uitgestrekt domein Ten Bieze, niet toegankelijk voor het publiek.
Richting Meilegem nu. We doen het dorp zelf en de provinciale Kaaihoeve, die ik al eerder bezocht, niet aan.
Ideale streek om te verkennen met de fiets. Met de auto zie je niets, want je passert enkel langs de grote wegen. Wandelen is hier ook leuk, maar de afstanden zijn te groot om veel te kunnen zien. Nu kom ik in Nederzwalm, met Munkzwalm de enige verstedelijkte (alles is relatief) kern.
De Terbiestmolen in Nederzwalm
Vlak na de Terbiestmolen voltrekt de splitsing tussen het groene en het blauwe traject zich. Al gauw merk ik dat het blauwe stuk inderdaad vrij lastig is. We komen in de buurt van Korsele (de Geuzenhoek) in Horebeke. Dit gebied ken ik al van in mijn jeugd, omdat ik er ooit met de scouts kampeerde. Ik ben er dikwijls weergekeerd. Erg heuvelachtig hier. De Konkelstraat is al een stevige helling. Ik rij tot op de top, hoewel de route halverwege afslaat naar rechts. Dan rij ik terug en kom halverwege de Molenberg, een traditionele beklimming uit de Ronde van Vlaanderen, zoals ik gelezen heb op het internet. Ik wil de helling helemaal doen en rij naar de voet. Moldergemmolen, een sjieke taverne-restaurant. Kasseien, de hele klim lang. Van die echte Vlaamse kinderkopkes. Héél steil stuk. Ik vrees een ogenblik dat ik zal moeten afstappen, maar door heel klein te schakelen blijf ik in het zadel. Boven ben ik buiten adem. Ik voel mijn hart kloppen. Nadien is de fitheid er een beetje uit. Heb me wellicht wat geforceerd op die twee hellngen. Heb er toch ook al een 50 km opzitten vandaag.
De Molenberg: typisch Ronde van Vlaanderen-parcours, zoals je ziet.
Het zuidelijk gedeelte van de Zwalmstreek - de dorpen Sint-Blasius-Boekel en Rozebeke - is anders dan de rest. Het landschap is robuuster en heuvelachtiger. Het sluit al meer aan bij de Vlaamse Ardennen. Deze dorpen zijn nog minder dicht bewoond dan die centraal en in het noorden. Hoofdzakelijk landbouw hier, minder toeristische activiteiten. Ook hier grote, mooie hoeven met traditionele namen. Met de fiets is het veelal klimmen geblazen. We doen een klein stukje Oudenaarde (Mater) en Brakel (Elst en Michelbeke). ook een stukje Zottegem. In de Mijnwerkersdoorgang zet ik me in het wiel van een mountainbiker die er nogal fors tegenaangaat, zodat het wat sneller vooruitgaat gedurende een tweetal kilometer. Ik verlies immers veel tijd met afstappen en foto's nemen en wil zeker voor het absolute donker terug in Gent zijn. Soms is het landschap zo mooi dat ik het toch niet kan laten foto's te nemen, al zijn de weersomstandigheden niet ideaal: veel mist. Veelal verlaten wegen nu, want het loopt tegen zessen en de meeste wandelaars zijn al naar huis.
Het weer was niet zo slecht, maar het bleef mistig in deze heuvelachtige streek. Hier in de omgeving Sint-Blasius-Boekel - Rozebeke.
Ik kom in het gehucht Wijlegem (Sint-Denijs-Boekel). Een klein en zeer agrarisch gehucht met een mooi kerkje, een kapel eigenlijk. Die kleine kerkjes in landelijke, heuvelachtige gebieden doen me wat, hoewel ik niet religieus ben. Zoals die dorpjes samentroepen rond zo'n eenvoudig kerkje! De kerkjes staan symbool voor gemeenschapsvorming. Misschien is het iets archetypisch, iets in het collectieve onderbewustzijn dat me er in aantrekt? Een blik in het verleden. Het mijne en dat van elk van ons. Het landelijke Vlaanderen wordt met de jaren kleiner, maar het bestaat nog, al moet je soms zoeken.
Ik neem enkele foto's vanop een (licht verharde) mesthoop. Het zijn de laatste. Later trek ik er nog ter hoogte van Dikkele bij valavond, maar die mislukken (te donker).
Kapel van het gehucht Wijlegem (Sint-Denijs-Boekel)
De kapel van Wijlegem in een iets ruimer kader. Deze kapel vind ik mooi door haar eenvoud, de knap contrasterende kleuren en de zuiverheid van de omgeving waarin ze staat.
Vergezicht in de omgeving van de kapel van Wijlegem
Na Wijlegem volgde nog een eind langs de spoorweg, keren aan het station van Sint-Denijs-Boekel en dan terug langs de Yzerkotmolen, de zoveelste watermolen in deze streek, terug naar Munkzwalm. Ik arriveerde er rond half zeven. Ik moest natuurlijk nog de 24 km naar Gent terugrijden. Ik was blij dat ik een trui meehad, want het werd fris, en dat de terugweg naar Gent hoofdzakelijk bergaf liep, want ik was behoorlijk moe. Kort voor achten was ik thuis. Ik heb die namiddag104 km gefietst voor een tocht die ik iedereen kan aanbevelen.
Zondag: het weer is slechter dan voorspeld. Niet koud, maar bewolkt. Ik heb nog steeds geen vervoer voor mijn fiets, dus moet ik voor de start van de tocht van Gent naar Munkzwalm fietsen, 24 kilometer. De gegevens over de fietsroute heb ik opgezocht op het internet. Ik fotografeer Dikkele, het idyllische dorpje uit de Zwalmstreek dat het eerst in zicht komt vanuit de richting van Gent, vanop de Hundelgemsesteenweg.
De dorpskom van Dikkele vanuit de verte op de Hundelgemsesteenweg
In het centrum van Munkzwalm is het wat zoeken naar de start van de route. Ik vind hem aan de bibliotheek/sporthal. De route is volledig bewegwijzerd: ze valt uiteen in 2 delen: een traject met groene wegwijzers in het noordelijke en centrale deel van Zwalm. Dit is het gemakkelijkste stuk van 25 kilometer. Het traject loopt door een golvend, maar niet al te lastig terrein langs de typische dorpjes met hun kleurrijke huisjes van de Zwalmstreek. Dit deel is geschikt voor familie-uitstapjes. Op zeker moment (kort na de Ter Biestmolen in Nederzwalm) is er een afsplitsing: een tweede traject met blauwe wegwijzers gaat langs het zuiden van de Zwalmstreek en is veel heuvelachtiger en lastiger. Dit deel van nog eens 25 kilometer is eerder bestemd voor wielertoeristen. Kort voor het einde van de tocht, ter hoogte van de Yzerkotmolen in Sint-Maria-Latem, sluiten de twee trajecten weer bij elkaar aan terug naar Munkzwalm.
Van het centrum van Munkzwalm gaat het naar de Zwalmmolen. In het provinciaal infokantoor bij de molenhoeve (die als taverne dienstdoet), dat ook op zondag open is, krijg ik een gratis kaart met wegbeschrijving van de AVS-Zwalmroute, zoals ze eigenlijk heet. De Zwalmmolen is een watermolen aan de beek de Zwalm die in de Schelde uitmondt. De hele Zwalmstreek door zijn er dergelijke watermolens. Nu doen ze allemaal dienst als taverne-restaurant in deze druk door toerististen bezochte streek.
De Zwalmmolenhoeve (nu een taverne, zoals alle watermolens in de streek) met het provinciaal infokantoor in het wachthuisje ernaast.
De Zwalmmolen in Munkzwalm
De Zwalmstreek is gewoon prachtig! Van Munkzwalm leidt de route naar Roborst en daarna Hundelgem door een glooiend, agrarisch landschap met hereboederijen en huisjes met gekleurde luiken. De grote boerderijen (en er zijn er nogal wat) hebben traditionele namen op de voorgevel. De zon komt er zowaar door ook, al blijft er mist hangen tussen de heuvels.
Pastorale in de Zwalmstreek (omgeving van het dorp Roborst)
Veel wandelaars en soms wielertoeristen, doorgaans op racefietsen. Ik ben blijkbaar de enige vandaag die de Zwalmroute rijdt. Het dorp Hundelgem (bekend van de Hundelgemsesteenweg in Gent, die er ook effectief naar toe leidt) stelt niet zo veel voor. Niet al te mooie kerk, kleine dorpskern, drukke steeenweg. Ik steek de steenweg (Aalst-Oudenaarde of Gent) over en kom op het veel interessantere pad naar Dikkele, misschien het mooiste van de 13 dorpen in de Zwalmstreek. We steken even de grens met de buurgemeenten Zottegem en Gavere over en rijden het dorp Dikkele binnen. Twee leuke dorpscafeetjes naast elkaar. Een ervan leerde een (toenmalige) vriendin me enkele jaren geleden kennen. Het dorp is heel schilderachtig. Jammer dat ik het geheel niet kan fotograferen. Kitscherig beeld ter ere van de (verdwenen) brouwers hier, maar het past bij het idyllische geheel en stoort niet. Leuk dorp om te bezoeken, maar weet niet of ik hier zou kunnen leven: het dorpscentrum is net een museum, een soort Bokrijk in het klein.
Straatje in het pittoreske dorp Dikkele
Van Dikkele naar Beerlegem. Ook mooie huizen met gekleurde luiken. Het dorp wordt echter doorsneden door drukke wegen: de weg die van Gent komt, mondt hier uit in de provinciale baan Aalst-Oudenaarde. Weer een kitscherig beeld ter ere van de jager. Kasteel en uitgestrekt domein Ten Bieze, niet toegankelijk voor het publiek.
Richting Meilegem nu. We doen het dorp zelf en de provinciale Kaaihoeve, die ik al eerder bezocht, niet aan.
Ideale streek om te verkennen met de fiets. Met de auto zie je niets, want je passert enkel langs de grote wegen. Wandelen is hier ook leuk, maar de afstanden zijn te groot om veel te kunnen zien. Nu kom ik in Nederzwalm, met Munkzwalm de enige verstedelijkte (alles is relatief) kern.
De Terbiestmolen in Nederzwalm
Vlak na de Terbiestmolen voltrekt de splitsing tussen het groene en het blauwe traject zich. Al gauw merk ik dat het blauwe stuk inderdaad vrij lastig is. We komen in de buurt van Korsele (de Geuzenhoek) in Horebeke. Dit gebied ken ik al van in mijn jeugd, omdat ik er ooit met de scouts kampeerde. Ik ben er dikwijls weergekeerd. Erg heuvelachtig hier. De Konkelstraat is al een stevige helling. Ik rij tot op de top, hoewel de route halverwege afslaat naar rechts. Dan rij ik terug en kom halverwege de Molenberg, een traditionele beklimming uit de Ronde van Vlaanderen, zoals ik gelezen heb op het internet. Ik wil de helling helemaal doen en rij naar de voet. Moldergemmolen, een sjieke taverne-restaurant. Kasseien, de hele klim lang. Van die echte Vlaamse kinderkopkes. Héél steil stuk. Ik vrees een ogenblik dat ik zal moeten afstappen, maar door heel klein te schakelen blijf ik in het zadel. Boven ben ik buiten adem. Ik voel mijn hart kloppen. Nadien is de fitheid er een beetje uit. Heb me wellicht wat geforceerd op die twee hellngen. Heb er toch ook al een 50 km opzitten vandaag.
De Molenberg: typisch Ronde van Vlaanderen-parcours, zoals je ziet.
Het zuidelijk gedeelte van de Zwalmstreek - de dorpen Sint-Blasius-Boekel en Rozebeke - is anders dan de rest. Het landschap is robuuster en heuvelachtiger. Het sluit al meer aan bij de Vlaamse Ardennen. Deze dorpen zijn nog minder dicht bewoond dan die centraal en in het noorden. Hoofdzakelijk landbouw hier, minder toeristische activiteiten. Ook hier grote, mooie hoeven met traditionele namen. Met de fiets is het veelal klimmen geblazen. We doen een klein stukje Oudenaarde (Mater) en Brakel (Elst en Michelbeke). ook een stukje Zottegem. In de Mijnwerkersdoorgang zet ik me in het wiel van een mountainbiker die er nogal fors tegenaangaat, zodat het wat sneller vooruitgaat gedurende een tweetal kilometer. Ik verlies immers veel tijd met afstappen en foto's nemen en wil zeker voor het absolute donker terug in Gent zijn. Soms is het landschap zo mooi dat ik het toch niet kan laten foto's te nemen, al zijn de weersomstandigheden niet ideaal: veel mist. Veelal verlaten wegen nu, want het loopt tegen zessen en de meeste wandelaars zijn al naar huis.
Het weer was niet zo slecht, maar het bleef mistig in deze heuvelachtige streek. Hier in de omgeving Sint-Blasius-Boekel - Rozebeke.
Ik kom in het gehucht Wijlegem (Sint-Denijs-Boekel). Een klein en zeer agrarisch gehucht met een mooi kerkje, een kapel eigenlijk. Die kleine kerkjes in landelijke, heuvelachtige gebieden doen me wat, hoewel ik niet religieus ben. Zoals die dorpjes samentroepen rond zo'n eenvoudig kerkje! De kerkjes staan symbool voor gemeenschapsvorming. Misschien is het iets archetypisch, iets in het collectieve onderbewustzijn dat me er in aantrekt? Een blik in het verleden. Het mijne en dat van elk van ons. Het landelijke Vlaanderen wordt met de jaren kleiner, maar het bestaat nog, al moet je soms zoeken.
Ik neem enkele foto's vanop een (licht verharde) mesthoop. Het zijn de laatste. Later trek ik er nog ter hoogte van Dikkele bij valavond, maar die mislukken (te donker).
Kapel van het gehucht Wijlegem (Sint-Denijs-Boekel)
De kapel van Wijlegem in een iets ruimer kader. Deze kapel vind ik mooi door haar eenvoud, de knap contrasterende kleuren en de zuiverheid van de omgeving waarin ze staat.
Vergezicht in de omgeving van de kapel van Wijlegem
Na Wijlegem volgde nog een eind langs de spoorweg, keren aan het station van Sint-Denijs-Boekel en dan terug langs de Yzerkotmolen, de zoveelste watermolen in deze streek, terug naar Munkzwalm. Ik arriveerde er rond half zeven. Ik moest natuurlijk nog de 24 km naar Gent terugrijden. Ik was blij dat ik een trui meehad, want het werd fris, en dat de terugweg naar Gent hoofdzakelijk bergaf liep, want ik was behoorlijk moe. Kort voor achten was ik thuis. Ik heb die namiddag104 km gefietst voor een tocht die ik iedereen kan aanbevelen.
donderdag 6 oktober 2005
Woordje van mijn 'provider'
Beste klant,
Betreft: uw Frontpage website
Tot voor kort maakte u gebruik van het programma Frontpage voor het opladen van uw persoonlijke homepage bij Scarlet. Wegens een zware technische storing, is uw website verwijderd van onze systemen. Wat moet u doen om uw site opnieuw online te krijgen?
* Om uw site opnieuw op te laden kunt u niet meer gebruik maken van Frontpage, maar kan u dit voortaan doen via FTP. Meer informatie hierover vindt u op http://www.scarlet.be/nl/support/websites/ .
* U kan echter nog steeds uw vertrouwd internetadres gebruiken om zelf uw site opnieuw op te laden. Indien u deze site gekoppeld heeft aan uw eigen domeinnaam blijft uw webruimte beschikbaar onder deze domeinnaam. Indien het adres van uw site van het type http://home2.scarlet.be/gebruikersnaam was, zal deze URL ook nog steeds gelden. Binnenkort zal deze omgezet worden naar http://home.scarlet.be/~gebruikersnaam!
Wij verontschuldigen ons voor het ongemak dat deze technische problemen u eventueel veroorzaakt. Voor verdere vragen kan u steeds terecht op http://mijn.scarlet.be. Met vriendelijke groeten,
Het Scarlet team.
Wat vind je van dit berichtje dat gisteren in mijn bus zat? Leuk niet?
Beste Scarlet, ik gebruik die Frontpage website al goed 9 maanden niet meer, net vanwege technische problemen, waarop jullie helpdesk niet gereageerd heeft, omdat jullie het te druk hadden met Scarlet One.
Afgezien daarvan is het onderhouden van een persoonlijke website, al dan niet met behulp van Frontpage, mij te veel werk. Ik verkies een weblog zoals deze. Kost veel minder tijd, moeite en geld en er wordt een betere service geleverd (alles dan nog gratis)!
Je weet dus wel waar je die website mag steken...
Betreft: uw Frontpage website
Tot voor kort maakte u gebruik van het programma Frontpage voor het opladen van uw persoonlijke homepage bij Scarlet. Wegens een zware technische storing, is uw website verwijderd van onze systemen. Wat moet u doen om uw site opnieuw online te krijgen?
* Om uw site opnieuw op te laden kunt u niet meer gebruik maken van Frontpage, maar kan u dit voortaan doen via FTP. Meer informatie hierover vindt u op http://www.scarlet.be/nl/support/websites/ .
* U kan echter nog steeds uw vertrouwd internetadres gebruiken om zelf uw site opnieuw op te laden. Indien u deze site gekoppeld heeft aan uw eigen domeinnaam blijft uw webruimte beschikbaar onder deze domeinnaam. Indien het adres van uw site van het type http://home2.scarlet.be/gebruikersnaam was, zal deze URL ook nog steeds gelden. Binnenkort zal deze omgezet worden naar http://home.scarlet.be/~gebruikersnaam!
Wij verontschuldigen ons voor het ongemak dat deze technische problemen u eventueel veroorzaakt. Voor verdere vragen kan u steeds terecht op http://mijn.scarlet.be. Met vriendelijke groeten,
Het Scarlet team.
Wat vind je van dit berichtje dat gisteren in mijn bus zat? Leuk niet?
Beste Scarlet, ik gebruik die Frontpage website al goed 9 maanden niet meer, net vanwege technische problemen, waarop jullie helpdesk niet gereageerd heeft, omdat jullie het te druk hadden met Scarlet One.
Afgezien daarvan is het onderhouden van een persoonlijke website, al dan niet met behulp van Frontpage, mij te veel werk. Ik verkies een weblog zoals deze. Kost veel minder tijd, moeite en geld en er wordt een betere service geleverd (alles dan nog gratis)!
Je weet dus wel waar je die website mag steken...
woensdag 5 oktober 2005
Thoreau
Wijsheid opgepikt op een willekeurige blog:
If a man does not keep pace with his companions, perhaps it is because he hears a different drummer. Let him step to the music which he hears, however measured or far away.
Henry David Thoreau
Fijn motto om deze dag mee te besluiten!
If a man does not keep pace with his companions, perhaps it is because he hears a different drummer. Let him step to the music which he hears, however measured or far away.
Henry David Thoreau
Fijn motto om deze dag mee te besluiten!
dinsdag 4 oktober 2005
Piétrebais
Heel het weekend doorgebracht in Kessel-Lo bij Leuven. Mijn zusje dat daar woont en gescheiden is had een thuiswacht nodig voor haar twee kinderen, omdat ze moest werken. Ze is verpleegster in Gasthuisberg. Terwijl mijn moeder thuiswachtte heb ik (voor de verandering) wat gefietst in de omgeving.
Terzijde: ik besef dat dit hier stilaan een fietsblog wordt. Ik schrijf echter over wat me bezighoudt. Momenteel is dat vooral fietsen, een nieuwe passie. Wellicht zal dat deze winter veranderen, omdat de weersomstandigheden het niet meer toelaten. Dan schrijf ik wel over iets anders. Intussen: sorry mensen!
Ik kon mijn eigen fiets niet meenemen. Heb nog geen fietsdrager (want geen trekhaak) of bagagedrager op mijn auto en ook geen imperiaal (is dat het juiste woord?). Ik was van plan er een te huren in Leuven. In jeugdherberg De Blauwput waar ik deze zomer 1 nacht verbleven heb, verhuren ze fietsen voor 10 euro per dag. Heel schappelijk.
Zaterdagmorgen: slecht weer zoals voorspeld. Allesbehalve fietsweer: regen en wind. Ik wandel te voet naar het centrum van Leuven. Telkens weer valt het op hoe gek ze in deze stad zijn van standbeelden: Fonske, de kotmadam, de bakkers, ... Er komen er nog vaak nieuwe bij.
In de loop van mijn wandeling klaart het uit. 's Middags schijnt de zon. Ik besluit het er toch op te wagen en ga na het eten een fiets huren in de jeugdherberg. Spijtig genoeg is de fiets niet veel soeps: Ze hebben enkel damesfietsen van het merk Batavus, model Personal Bike. Goed genoeg om in de stad te fietsen, maar niet om het Leuvense hinterland te verkennen. Ik moet 150 € afhalen in een nabije bancontact als waarborg. Thuisgekomen bots ik met mijn knie tegen de bel: ze ligt eraf. Het plastieken houdertje is kapot. Het zal me 3 € kosten, wat nog meevalt.
Ik laat deze tegenslag, na enig gevloek, niet aan mijn hart komen en vertrek. Het weer blijft tot 's avonds uiterst zonnig. Ik tref het weer eens.
Van Kessel-Lo rij ik in de richting van Linden (Lubbeek). Ik sla af naar Boven-Lo. De Pellenberg. Heel steile beklimming, veel steiler dan de andere kant vanuit de richting Lubbeek, die ik deze zomer op mijn reis gefietst heb. Ik ben blij als ik boven ben op zo'n eenvoudig damesfietsje.
Ik ben van plan naar Waals-Brabant te rijden. Die streek is me op de sportdag bijzonder bevallen. Bovendien ken ik mensen die in Piétrebais wonen, een dorpje goed 20 kilometer onder Leuven. Weliswaar is het vijf jaar geleden dat ik die mensen nog gezien of gehoord heb. Ik zal dus niet durven aanbellen, zo op het onverwachts. Maar ik ga toch eens kijken hoe en waar ze wonen. Ze wonen immers nog niet zo heel lang op dit adres (in oorsprong zijn het Oost-Vlamingen uit het Gentse zoals ik). Ondertussen heb ik een doel om deze mooie streek eens te verkennen.
Tweede terzijde: hoewel ik flamingant ben, ben ik daarin helemaal niet fanatiek. Ik ben dan ook absoluut geen Walenhater. Ben zelfs geen echte Vlaams-nationalist, hoewel die foto van de IJzertoren enkele posts geleden het anders zou kunnen laten vermoeden. Ik ben voor de soevereiniteit van de volkeren. Voor zelfbestuur, beter bestuur, homogene bevoegdheidspakketten, kortom heel de hutsekluts. Ik steun de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, maar heb iets tegen elk (te eng, te fanatiek) nationalisme an sich, omdat dat moeilijk te verzoenen is met mijn vrij linkse, meer universele wereldvisie. Geen separatist ook. België splitsen is quasi onmogelijk. Wat doe je met Brussel? En de rand?
Ik kan me vinden in het regionalisme en het confederale model van Spirit, dat ontken ik niet. Ook hier blijf ik echter kritisch, een buitenstaander eigenlijk. Op deze blog wil ik het nu en dan wel over politiek en mijn opvattingen erover hebben. Ik wens echter niet aan propaganda te doen. Dit gewoon even voor de duidelijkheid en juist als uitweiding om te zeggen dat ik niks tegen de Walen heb. Tot hier het politieke gedeelte.
Van Pellenberg rij ik over Lovenjoel naar Bierbeek. Klein dorpje, kleiner dan ik dacht (was hier nog nooit), lieflijk in een dal omgeven door heuvels die de dorpskom omarmen. Het dorp heeft klaarblijkelijk model gestaan voor Kriekebeek uit het Suske-en Wiske-stripverhaal Het Spaanse Spook.
Van Bierbeek naar Beauvechin (Bevekom) in Wallonië. Lange, slechte kasseiweg op de taalgrens. Moeilijke weg om te fietsen maar wel een prachtig landschap. Nauwelijks bewoning. Akkers alom. Beauvechin is een mooi dorp. Lelijke, vrij lompe kerk, maar sfeervolle, grote huizen errond in Ardense natuursteen.
Een wegomleiding. Van het dorpje Mille beland ik opnieuw in Bierbeek, na een rit over velden en boerenwegels. Het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië is weer zeer duidelijk: veel dichtere bewoning in Vlaanderen. Veel boomgaarden in deze streek. De appels liggen op vele plaatsen gewoon op de grond. Ik pik een appeltje mee en rij terug naar Hamme-Mille en neem vandaar de juiste richting naar Nodebais.
Ik beland op een grote baan die van Leuven naar Namen gaat. Niet al te veel verkeer. Even verder is er een luchtmachtbasis waar het Belgisch leger piloten opleidt. Op een kruispunt met de (drukke) weg Jodoigne (Geldenaken) - Waver misrij ik me weer en fiets in de richting van Jodoigne. Ik zie spoedig mijn vergissing in en keer terug. Ik vraag de weg aan een bezinestation. Ik moest nog even verder de weg naar Namen volgen. Hier beland ik dan in Piétrebais, (gemeente Incourt) einddoel.
Piétrebais is maar een klein dorp dat uit enkele straten bestaat. Een Rue Fond du Village, een Chaussée de Louvain, een Rue Ecole des Filles, nog enkele straten. Op veel plaatsen hangen poppen aan of nabij de huizen. Dat schijnt een plaatselijk gebruik te zijn dat in Walloniëo veel voorkomt. De poppen heten épouvantails. Gek: in het Oost-Vlaamse plaatsje waar ik opgegroeid ben bestaat dat gebruik ook. Daar heten de poppen kovekens. Elk eerste weekend van september is er kovekenskermis. in een bepaalde wijk. Later ontdek ik dat épouvantail het Frans is voor vogelverschrikker. Toch iets anders dan de kovekens dus, want dat zijn poppen die mensen uit hun raam hangen bij speciale gelegenheden.
Mooi dorpje, Piétrebais. Heuvelachtig, veel ruimte, huizen in Ardense natuursteen. Puur! Ik zou hier gerust wel willen wonen (natuurlijk wel alleen mét een auto).
Ik vind het huis waar die kennissen van mij wonen in een straat die bergop loopt. Aangezien het al vijf uur is en ik voor het donker terug naar Leuven moet, besluit ik definitief niet aan te bellen. O ironie: terug in Gent verneem ik na enkele telefoons dat die kennissen daar zelfs niet meer wonen; ze zijn verhuisd naar Brussel.
Terug via Grez-Doiceau, een prachtige verzameling lieflijke dorpen die ik ook al bezocht heb op de sportdag. Uitgestrekte golvende landschappen met bossen. Ik rij via de dorpjes Archennes, Pécrot, Nethen en Sint-Joris-Weert, het Zoet Water en Heverlee terug naar Leuven.
's Avonds kijk ik op tv naar het eerste deel van In de Ban van de Ring.
Terzijde: ik besef dat dit hier stilaan een fietsblog wordt. Ik schrijf echter over wat me bezighoudt. Momenteel is dat vooral fietsen, een nieuwe passie. Wellicht zal dat deze winter veranderen, omdat de weersomstandigheden het niet meer toelaten. Dan schrijf ik wel over iets anders. Intussen: sorry mensen!
Ik kon mijn eigen fiets niet meenemen. Heb nog geen fietsdrager (want geen trekhaak) of bagagedrager op mijn auto en ook geen imperiaal (is dat het juiste woord?). Ik was van plan er een te huren in Leuven. In jeugdherberg De Blauwput waar ik deze zomer 1 nacht verbleven heb, verhuren ze fietsen voor 10 euro per dag. Heel schappelijk.
Zaterdagmorgen: slecht weer zoals voorspeld. Allesbehalve fietsweer: regen en wind. Ik wandel te voet naar het centrum van Leuven. Telkens weer valt het op hoe gek ze in deze stad zijn van standbeelden: Fonske, de kotmadam, de bakkers, ... Er komen er nog vaak nieuwe bij.
In de loop van mijn wandeling klaart het uit. 's Middags schijnt de zon. Ik besluit het er toch op te wagen en ga na het eten een fiets huren in de jeugdherberg. Spijtig genoeg is de fiets niet veel soeps: Ze hebben enkel damesfietsen van het merk Batavus, model Personal Bike. Goed genoeg om in de stad te fietsen, maar niet om het Leuvense hinterland te verkennen. Ik moet 150 € afhalen in een nabije bancontact als waarborg. Thuisgekomen bots ik met mijn knie tegen de bel: ze ligt eraf. Het plastieken houdertje is kapot. Het zal me 3 € kosten, wat nog meevalt.
Ik laat deze tegenslag, na enig gevloek, niet aan mijn hart komen en vertrek. Het weer blijft tot 's avonds uiterst zonnig. Ik tref het weer eens.
Van Kessel-Lo rij ik in de richting van Linden (Lubbeek). Ik sla af naar Boven-Lo. De Pellenberg. Heel steile beklimming, veel steiler dan de andere kant vanuit de richting Lubbeek, die ik deze zomer op mijn reis gefietst heb. Ik ben blij als ik boven ben op zo'n eenvoudig damesfietsje.
Ik ben van plan naar Waals-Brabant te rijden. Die streek is me op de sportdag bijzonder bevallen. Bovendien ken ik mensen die in Piétrebais wonen, een dorpje goed 20 kilometer onder Leuven. Weliswaar is het vijf jaar geleden dat ik die mensen nog gezien of gehoord heb. Ik zal dus niet durven aanbellen, zo op het onverwachts. Maar ik ga toch eens kijken hoe en waar ze wonen. Ze wonen immers nog niet zo heel lang op dit adres (in oorsprong zijn het Oost-Vlamingen uit het Gentse zoals ik). Ondertussen heb ik een doel om deze mooie streek eens te verkennen.
Tweede terzijde: hoewel ik flamingant ben, ben ik daarin helemaal niet fanatiek. Ik ben dan ook absoluut geen Walenhater. Ben zelfs geen echte Vlaams-nationalist, hoewel die foto van de IJzertoren enkele posts geleden het anders zou kunnen laten vermoeden. Ik ben voor de soevereiniteit van de volkeren. Voor zelfbestuur, beter bestuur, homogene bevoegdheidspakketten, kortom heel de hutsekluts. Ik steun de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, maar heb iets tegen elk (te eng, te fanatiek) nationalisme an sich, omdat dat moeilijk te verzoenen is met mijn vrij linkse, meer universele wereldvisie. Geen separatist ook. België splitsen is quasi onmogelijk. Wat doe je met Brussel? En de rand?
Ik kan me vinden in het regionalisme en het confederale model van Spirit, dat ontken ik niet. Ook hier blijf ik echter kritisch, een buitenstaander eigenlijk. Op deze blog wil ik het nu en dan wel over politiek en mijn opvattingen erover hebben. Ik wens echter niet aan propaganda te doen. Dit gewoon even voor de duidelijkheid en juist als uitweiding om te zeggen dat ik niks tegen de Walen heb. Tot hier het politieke gedeelte.
Van Pellenberg rij ik over Lovenjoel naar Bierbeek. Klein dorpje, kleiner dan ik dacht (was hier nog nooit), lieflijk in een dal omgeven door heuvels die de dorpskom omarmen. Het dorp heeft klaarblijkelijk model gestaan voor Kriekebeek uit het Suske-en Wiske-stripverhaal Het Spaanse Spook.
Van Bierbeek naar Beauvechin (Bevekom) in Wallonië. Lange, slechte kasseiweg op de taalgrens. Moeilijke weg om te fietsen maar wel een prachtig landschap. Nauwelijks bewoning. Akkers alom. Beauvechin is een mooi dorp. Lelijke, vrij lompe kerk, maar sfeervolle, grote huizen errond in Ardense natuursteen.
Een wegomleiding. Van het dorpje Mille beland ik opnieuw in Bierbeek, na een rit over velden en boerenwegels. Het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië is weer zeer duidelijk: veel dichtere bewoning in Vlaanderen. Veel boomgaarden in deze streek. De appels liggen op vele plaatsen gewoon op de grond. Ik pik een appeltje mee en rij terug naar Hamme-Mille en neem vandaar de juiste richting naar Nodebais.
Ik beland op een grote baan die van Leuven naar Namen gaat. Niet al te veel verkeer. Even verder is er een luchtmachtbasis waar het Belgisch leger piloten opleidt. Op een kruispunt met de (drukke) weg Jodoigne (Geldenaken) - Waver misrij ik me weer en fiets in de richting van Jodoigne. Ik zie spoedig mijn vergissing in en keer terug. Ik vraag de weg aan een bezinestation. Ik moest nog even verder de weg naar Namen volgen. Hier beland ik dan in Piétrebais, (gemeente Incourt) einddoel.
Piétrebais is maar een klein dorp dat uit enkele straten bestaat. Een Rue Fond du Village, een Chaussée de Louvain, een Rue Ecole des Filles, nog enkele straten. Op veel plaatsen hangen poppen aan of nabij de huizen. Dat schijnt een plaatselijk gebruik te zijn dat in Walloniëo veel voorkomt. De poppen heten épouvantails. Gek: in het Oost-Vlaamse plaatsje waar ik opgegroeid ben bestaat dat gebruik ook. Daar heten de poppen kovekens. Elk eerste weekend van september is er kovekenskermis. in een bepaalde wijk. Later ontdek ik dat épouvantail het Frans is voor vogelverschrikker. Toch iets anders dan de kovekens dus, want dat zijn poppen die mensen uit hun raam hangen bij speciale gelegenheden.
Mooi dorpje, Piétrebais. Heuvelachtig, veel ruimte, huizen in Ardense natuursteen. Puur! Ik zou hier gerust wel willen wonen (natuurlijk wel alleen mét een auto).
Ik vind het huis waar die kennissen van mij wonen in een straat die bergop loopt. Aangezien het al vijf uur is en ik voor het donker terug naar Leuven moet, besluit ik definitief niet aan te bellen. O ironie: terug in Gent verneem ik na enkele telefoons dat die kennissen daar zelfs niet meer wonen; ze zijn verhuisd naar Brussel.
Terug via Grez-Doiceau, een prachtige verzameling lieflijke dorpen die ik ook al bezocht heb op de sportdag. Uitgestrekte golvende landschappen met bossen. Ik rij via de dorpjes Archennes, Pécrot, Nethen en Sint-Joris-Weert, het Zoet Water en Heverlee terug naar Leuven.
's Avonds kijk ik op tv naar het eerste deel van In de Ban van de Ring.
Abonneren op:
Posts (Atom)