dinsdag 4 oktober 2005

Piétrebais

Heel het weekend doorgebracht in Kessel-Lo bij Leuven. Mijn zusje dat daar woont en gescheiden is had een thuiswacht nodig voor haar twee kinderen, omdat ze moest werken. Ze is verpleegster in Gasthuisberg. Terwijl mijn moeder thuiswachtte heb ik (voor de verandering) wat gefietst in de omgeving.

Terzijde: ik besef dat dit hier stilaan een fietsblog wordt. Ik schrijf echter over wat me bezighoudt. Momenteel is dat vooral fietsen, een nieuwe passie. Wellicht zal dat deze winter veranderen, omdat de weersomstandigheden het niet meer toelaten. Dan schrijf ik wel over iets anders. Intussen: sorry mensen!

Ik kon mijn eigen fiets niet meenemen. Heb nog geen fietsdrager (want geen trekhaak) of bagagedrager op mijn auto en ook geen imperiaal (is dat het juiste woord?). Ik was van plan er een te huren in Leuven. In jeugdherberg De Blauwput waar ik deze zomer 1 nacht verbleven heb, verhuren ze fietsen voor 10 euro per dag. Heel schappelijk.

Zaterdagmorgen: slecht weer zoals voorspeld. Allesbehalve fietsweer: regen en wind. Ik wandel te voet naar het centrum van Leuven. Telkens weer valt het op hoe gek ze in deze stad zijn van standbeelden: Fonske, de kotmadam, de bakkers, ... Er komen er nog vaak nieuwe bij.

In de loop van mijn wandeling klaart het uit. 's Middags schijnt de zon. Ik besluit het er toch op te wagen en ga na het eten een fiets huren in de jeugdherberg. Spijtig genoeg is de fiets niet veel soeps: Ze hebben enkel damesfietsen van het merk Batavus, model Personal Bike. Goed genoeg om in de stad te fietsen, maar niet om het Leuvense hinterland te verkennen. Ik moet 150 € afhalen in een nabije bancontact als waarborg. Thuisgekomen bots ik met mijn knie tegen de bel: ze ligt eraf. Het plastieken houdertje is kapot. Het zal me 3 € kosten, wat nog meevalt.

Ik laat deze tegenslag, na enig gevloek, niet aan mijn hart komen en vertrek. Het weer blijft tot 's avonds uiterst zonnig. Ik tref het weer eens.

Van Kessel-Lo rij ik in de richting van Linden (Lubbeek). Ik sla af naar Boven-Lo. De Pellenberg. Heel steile beklimming, veel steiler dan de andere kant vanuit de richting Lubbeek, die ik deze zomer op mijn reis gefietst heb. Ik ben blij als ik boven ben op zo'n eenvoudig damesfietsje.

Ik ben van plan naar Waals-Brabant te rijden. Die streek is me op de sportdag bijzonder bevallen. Bovendien ken ik mensen die in Piétrebais wonen, een dorpje goed 20 kilometer onder Leuven. Weliswaar is het vijf jaar geleden dat ik die mensen nog gezien of gehoord heb. Ik zal dus niet durven aanbellen, zo op het onverwachts. Maar ik ga toch eens kijken hoe en waar ze wonen. Ze wonen immers nog niet zo heel lang op dit adres (in oorsprong zijn het Oost-Vlamingen uit het Gentse zoals ik). Ondertussen heb ik een doel om deze mooie streek eens te verkennen.

Tweede terzijde: hoewel ik flamingant ben, ben ik daarin helemaal niet fanatiek. Ik ben dan ook absoluut geen Walenhater. Ben zelfs geen echte Vlaams-nationalist, hoewel die foto van de IJzertoren enkele posts geleden het anders zou kunnen laten vermoeden. Ik ben voor de soevereiniteit van de volkeren. Voor zelfbestuur, beter bestuur, homogene bevoegdheidspakketten, kortom heel de hutsekluts. Ik steun de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, maar heb iets tegen elk (te eng, te fanatiek) nationalisme an sich, omdat dat moeilijk te verzoenen is met mijn vrij linkse, meer universele wereldvisie. Geen separatist ook. België splitsen is quasi onmogelijk. Wat doe je met Brussel? En de rand?

Ik kan me vinden in het regionalisme en het confederale model van Spirit, dat ontken ik niet. Ook hier blijf ik echter kritisch, een buitenstaander eigenlijk. Op deze blog wil ik het nu en dan wel over politiek en mijn opvattingen erover hebben. Ik wens echter niet aan propaganda te doen. Dit gewoon even voor de duidelijkheid en juist als uitweiding om te zeggen dat ik niks tegen de Walen heb. Tot hier het politieke gedeelte.

Van Pellenberg rij ik over Lovenjoel naar Bierbeek. Klein dorpje, kleiner dan ik dacht (was hier nog nooit), lieflijk in een dal omgeven door heuvels die de dorpskom omarmen. Het dorp heeft klaarblijkelijk model gestaan voor Kriekebeek uit het Suske-en Wiske-stripverhaal Het Spaanse Spook.

Van Bierbeek naar Beauvechin (Bevekom) in Wallonië. Lange, slechte kasseiweg op de taalgrens. Moeilijke weg om te fietsen maar wel een prachtig landschap. Nauwelijks bewoning. Akkers alom. Beauvechin is een mooi dorp. Lelijke, vrij lompe kerk, maar sfeervolle, grote huizen errond in Ardense natuursteen.

Een wegomleiding. Van het dorpje Mille beland ik opnieuw in Bierbeek, na een rit over velden en boerenwegels. Het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië is weer zeer duidelijk: veel dichtere bewoning in Vlaanderen. Veel boomgaarden in deze streek. De appels liggen op vele plaatsen gewoon op de grond. Ik pik een appeltje mee en rij terug naar Hamme-Mille en neem vandaar de juiste richting naar Nodebais.

Ik beland op een grote baan die van Leuven naar Namen gaat. Niet al te veel verkeer. Even verder is er een luchtmachtbasis waar het Belgisch leger piloten opleidt. Op een kruispunt met de (drukke) weg Jodoigne (Geldenaken) - Waver misrij ik me weer en fiets in de richting van Jodoigne. Ik zie spoedig mijn vergissing in en keer terug. Ik vraag de weg aan een bezinestation. Ik moest nog even verder de weg naar Namen volgen. Hier beland ik dan in Piétrebais, (gemeente Incourt) einddoel.


Piétrebais is maar een klein dorp dat uit enkele straten bestaat. Een Rue Fond du Village, een Chaussée de Louvain, een Rue Ecole des Filles, nog enkele straten. Op veel plaatsen hangen poppen aan of nabij de huizen. Dat schijnt een plaatselijk gebruik te zijn dat in Walloniëo veel voorkomt. De poppen heten épouvantails. Gek: in het Oost-Vlaamse plaatsje waar ik opgegroeid ben bestaat dat gebruik ook. Daar heten de poppen kovekens. Elk eerste weekend van september is er kovekenskermis. in een bepaalde wijk. Later ontdek ik dat épouvantail het Frans is voor vogelverschrikker. Toch iets anders dan de kovekens dus, want dat zijn poppen die mensen uit hun raam hangen bij speciale gelegenheden.

Mooi dorpje, Piétrebais. Heuvelachtig, veel ruimte, huizen in Ardense natuursteen. Puur! Ik zou hier gerust wel willen wonen (natuurlijk wel alleen mét een auto).

Ik vind het huis waar die kennissen van mij wonen in een straat die bergop loopt. Aangezien het al vijf uur is en ik voor het donker terug naar Leuven moet, besluit ik definitief niet aan te bellen. O ironie: terug in Gent verneem ik na enkele telefoons dat die kennissen daar zelfs niet meer wonen; ze zijn verhuisd naar Brussel.

Terug via Grez-Doiceau, een prachtige verzameling lieflijke dorpen die ik ook al bezocht heb op de sportdag. Uitgestrekte golvende landschappen met bossen. Ik rij via de dorpjes Archennes, Pécrot, Nethen en Sint-Joris-Weert, het Zoet Water en Heverlee terug naar Leuven.

's Avonds kijk ik op tv naar het eerste deel van In de Ban van de Ring.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

ja ik heb er ergens spijt van da tik nooit buiten de stadsmuren van lueven ben geweest...
ik hoop dat dit met gent wel ander zal nu ik hier woon...
jeronimo
http://cms.skynetblogs.be

Anoniem zei

Beste,

Je zegt in deze blog dat Bierbeek model heeft gestaan voor Kriekebeek in 'Het Spaanse spook' van Suske en Wiske. Ik zou graag weten waar je dat fraaie weetje - dat zelfs Wikipedia heeft gehaald - vandaan hebt (de associatie 'bier - Kriek' zie ik ook wel, maar weet jij meer)?

Alvast bedankt,
Michel De Dobbeleer
michel.dedobbeleer@ugent.be